Terugblik op het conflict in het Midden-Oosten. 4. Terug naar de bron, verantwoording over bronnengebruik en expertkeuze
Volgens de Code Journalistiek Handelen worden in journalistieke producties “in beginsel de bronnen vermeld”. Want als de journalist dat doet, kan het publiek nagaan waar informatie vandaan komt. En dat blijkt bij te dragen aan de geloofwaardigheid van journalistieke publicaties.
Bij het eerdere onderzoek dat wij deden naar één maand NOS Nieuws berichtgeving bleek al dat het publiek ook in dit conflict waarde hecht aan vermelding van gebruikte bronnen. Het onderzoek liet zien dat NOS Nieuws dat inzicht gaf, zeker wanneer het om cijfers en aantallen ging. En de redactie gaf ook aan wanneer iets níet te verifiëren was. Aan het publiek schreef de omroep vaak: “Soms is beeld of informatie (nog) niet onafhankelijk te verifiëren, of is er op een belangrijke claim nog geen wederhoor gekomen. In die gevallen kunnen we twee dingen doen: wachten, of melden met een voorbehoud. Soms is dat laatste nodig, en daarom ziet u dezer dagen niet zelden de mededeling dat informatie ‘nog niet door ons kon worden geverifieerd’, of woorden van gelijke strekking.”
De vragen over brongebruik bleven komen, ook bij de andere programma’s waar we naar keken. Het publiek vroeg om in elk geval toe te lichten wát je als bron gebruikt. Maar vervolgens klopten mailers dan wel bij de Ombudsman aan met vragen over de betrouwbaarheid van de gebruikte bronnen.
Voorbehoud over aantallen
Het publiek vroeg allereerst veel naar de herkomst van aantallen slachtoffers en oordeelde dat gebruikte cijfers uit de verkeerde hoek kwamen of simpelweg onjuist waren. Die laatste opmerkingen kwamen bij de Ombudsman terecht in de categorie ‘onjuiste inhoud’, de eerste vielen in de categorie ‘objectiviteit’.
Het publiek schreef ons bijvoorbeeld dat slachtofferaantallen afkomstig van de Palestijnse gezondheidsautoriteit niet konden kloppen, want die instantie zou een spreekbuis van Hamas zijn. Een kijker mailde: “Jullie moeten alle ingangen hebben voor het behalen van het brede nieuws opdat jullie dit correct kunnen brengen. Als Jantje dit zegt en Pietje dat, dan zou het nieuws toch niet enkel Jantje (die terrorist is) moeten brengen?”
Maar er werden net zozeer vraagtekens gezet bij informatie afkomstig van het Israëlische leger. Bijvoorbeeld toen dat videobeelden publiceerde van de tunnel “waar het leger onlangs zes doodgeschoten gijzelaars aantrof” volgens het NOS-live-blog. Een lezer vond dat de NOS dit niet zonder check zou moeten overnemen. “Er is maar een bron die zeker niet onafhankelijk is. […] Eventueel had dit, naar mijn mening, als een quote gebracht kunnen worden. Maar zoals het er nu staat voldoet het absoluut niet aan de journalistieke standaarden.”
In een eerder artikel werd de vondst van de lichamen van de gijzelaars en wat er in de tunnel mogelijk gebeurd zou zijn, geheel toegeschreven aan het Israëlisch leger. Het was duidelijk dat dit informatie van één bron was. In het blog waar de lezer over klaagde werd beschreven hoe de video eruitziet en werd de bron van de informatie alleen vermeld. De informatie op de video was voor geen enkel medium onafhankelijk te checken, en dat kan je altijd extra melden. Maar het was niet alsof nu niet duidelijk was van wie de informatie afkomstig was. Publiek kon zelf over de geloofwaardigheid van de bron oordelen, wat de kijker in dit geval dan ook deed: het oordeel was negatief.
Een andere kijker vatte het in een mail over de NOS aan ons als volgt samen: “Alle informatie die Hamas deelt, wordt zonder disclaimer gedeeld met het publiek. Informatie die de Israëlische officiële diensten delen, daar wordt van gezegd dat dit niet altijd objectief vast te stellen is. Met dat laatste ben ik het uiteraard eens, maar vooral een Hamas maar ook een Hezbollah/Houthi's/Rusland/Iran zijn zeer onbetrouwbare partijen (en de meeste extremistische moslimorganisaties) die je nooit zomaar mag geloven als NOS zijnde.”
En nog weer een lezer zag wel heel veel wantrouwen bij de pers zélf in de omgang met bronnen en schreef naar aanleiding van een NOS-artikel over slachtoffers: “Waarom is de titel tussen twee apostrofs? Zijn de Libanese gezondheidsautoriteit en Reuters niet betrouwbaar genoeg?” Beste lezer, dit waren geen apostroffen om twijfel of ironie aan te duiden. Wél correct gebruikte aanhalingstekens. Want wie letterlijk citeert, gebruikt die nou eenmaal.
Mijlpalen
Dat NOS Nieuws niet “zomaar” – laat staan “alle” – informatie van Hamas-zijde “zonder disclaimer” overneemt, lieten we al zien in het onderzoek uit januari 2024. En ook reportages en gesprekken in EenVandaag of Bureau Buitenland waren geen onbelemmerde doorgiftekanalen voor de statistieken van Hamas of de Israeli Defense Forces.
Er zullen in de duizenden berichten die het publiek via de publieke omroepen bereikten zeker fouten qua aantallen gezeten hebben. Dat is erg genoeg. Die moet je herstellen zodra je kunt. En er zijn ook snelle inschattingen van slachtoffers gemaakt die te hoog of juist te laag waren. Laten we vaststellen dat snelheid een slechte drijfveer is als je kloppende journalistiek wilt bedrijven. Maar het publiek kan niet zonder onafhankelijk bewijs met één pennenstreek een specifieke bron tot spreekbuis van ‘de ander’ en daarmee onbruikbaar verklaren.
Een journalist moet door derden aangeleverde informatie altijd checken. En bij met nadruk gemelde ‘mijlpalen’ (zoals ’15.000 kinderen gedood’ of ‘ruim 40.000 doden in Gaza’) moet de vraag sowieso zijn wie de mijlpaal constateert, of die er belang bij heeft dat te doen en of het geloofwaardig en controleerbaar is dat de mijlpaal juist nu bereikt is. Als daar een betrouwbaar antwoord op is, zou je kunnen publiceren. Over dit conflict woedt sinds de eerste dag een politieke en publicitaire strijd om de aantallen. Daar wil je als medium geen onderdeel van worden. De Washington Post gaf er in een nieuwsbrief een ontluisterend overzicht van.
Ontoegankelijk
Wat zich hier in hoge mate wreekt, is dat Gaza zeker sinds oktober 2023 vrijwel ontoegankelijk is. Onafhankelijke waarnemers van buiten blíjven buiten, ook journalisten. En van de journalisten die er woonden en werkten zijn er in een jaar tijd meer dan honderd gedood. In het hele gebied ligt het aantal gedode journalisten sinds oktober 2023 inmiddels boven de 130. Allereerst een menselijk tragedie, maar ook een drama voor de waarheidsvinding. En dus voor het publiek.
In een zo afgegrendeld gebied als Gaza heeft elk gemeld getal allereerst een schijn van exactheid. Er valt niets te controleren als de aanwezige ogen en oren niet vrij kunnen werken en je geen andere ogen en oren naar binnen kunt sturen. Dan meld je als nieuwsmedia wat je wel binnenkrijgt aan informatie en cijfers, omdat je nog enige getalsmatige proportie aan gebeurtenissen, verwoesting of dood wilt geven. Maar altijd met bronvermelding en voorbehoud over de betrouwbaarheid. Die houding zien wij doorgaans terug in de berichtgeving.
De afsluiting van Gaza door Israël was aanleiding voor hoofdredacties van media uit diverse landen om brieven te sturen naar premier Netanyahu. Ook de Nederlandse hoofdredacties deden dat en schreven: "Het verkrijgen van objectieve informatie uit Gaza wordt steeds moeilijker en dat kan alleen worden opgelost door internationale journalisten toe te staan de Gazastrook onafhankelijk te betreden." De internationale druk heeft niet geholpen.
Inmiddels zijn ook andere gebieden in de regio steeds minder door onafhankelijke of internationale media te bezoeken en blijven er lokale journalisten omkomen. Of verslaggevers en cameramensen gericht doelwit zijn geworden, is op dit moment niet onafhankelijk te onderzoeken. Maar journalistiek bedrijven is géén misdaad. Laat ook de Ombudsman het nog een keer hardop zeggen.
Moet je vervolgens blijven melden dat Gaza ontoegankelijk is, zoals een kijker schreef: “Daarbij zou ik het belangrijk vinden om bij elk bericht uit Gaza te vermelden dat het niet onafhankelijk te verifiëren is omdat Israël de toegang tot Gaza voor journalisten verbiedt.” Als het essentieel is voor goed begrip altijd. En anders zo vaak als maar kan. Deel je worsteling erover met het publiek, ook al vind je het misschien ongemakkelijk het zo vaak aan te halen. Het is onderdeel van de complexiteit van dit conflict. En niet iedere kijker, luisteraar of lezer weet even goed dat onafhankelijke checks noodgedwongen ontbreken in veel delen van de regio. Een beschuldiging van partijdigheid door ontbrekende bronvermelding is dan makkelijk gedaan, maar lastig te ontkrachten.
Deskundigheid bekeken
Wie in het conflictgebied zelf steeds minder journalistieke toegang heeft, laat in toenemende mate analisten en academici aan het woord. Van de opgevoerde deskundigen die toelichting geven wil het publiek veel weten, gaven de verschillende nieuwsrubrieken ons aan.
Want ook deskundigheid is aan claims van partijdigheid onderhevig. Wie ‘mag’ wat zeggen van het publiek? "Waarom hebben jullie als 'Midden-Oostendeskundige' [academicus X], die nog nooit in Israël of Gaza was en uiterst partijdig activist verbonden aan [Y]? Hij ontbeert alle kwalificaties voor de rol van 'deskundige’,” schreef iemand in de chat van EenVandaag. ‘Chatters’ gaven ook aan meer perspectieven te willen horen, vertelde de redactie.
De redactie van Bureau Buitenland vroeg zich regelmatig af: “Hoe loopt de persoonlijke achtergrond van een spreker mee in de perceptie van zijn of haar deskundigheid? Die discussies hebben we uiteraard op de redactie,” zei de eindredactie. Ook wordt besproken of de toon in een gesprek goed was, en of bij een deskundige of betrokkene voldoende is doorgevraagd. “En dan zijn we niet over alle gesprekken even tevreden en stellen we bijvoorbeeld vast dat we iemand feitelijker hadden moeten bevragen.”
Aanvullingen en correcties
Het is lastig om zo’n reflectie achteraf nog aan de kijker of luisteraar mee te geven, vindt ook de Ombudsman. Hoe doe je dat op een begrijpelijke manier? Erop terugkomen in een volgende uitzending? Maar dan heeft mogelijk een groot deel van je publiek het originele gesprek niet gehoord en vraagt zich af waarover het gaat. Bij een artikel is het eenvoudiger om aan te vullen of te corrigeren: je kunt er altijd een kader bijzetten. Zoals EenVandaag deed bij het artikel over gedode medici waarover bij de Ombudsman geklaagd werd. Maar op tv is het lastig om terug te komen op zo’n aanpassing.
Hoofdredacties sputterden in het verleden nog wel eens dat je als je ín je uitzendingen terugkomt op éérdere uitzendingen wel ver af komt te staan van je primaire taak: het informeren van je publiek. Maar de Ombudsman meent dat het delen van voortschrijdend inzicht in je eigen keuzes integraal onderdeel is van die primaire taak, ook al is het soms lastig te doen. Het draagt bij aan je geloofwaardigheid, tegenwoordig meer dan ooit. “Journalistieke keuzes die weerstand oproepen en fouten of tekortkomingen in artikelen of uitzendingen, krijgen al snel veel aandacht en (negatieve) respons. Het is daarom nog belangrijker geworden om de basisregels van het vak helder naar het publiek over te brengen. Over gemaakte fouten en voorkeuren moet de journalistiek eerlijk en transparant zijn en veranderingen in artikelen moeten bij voorkeur worden uitgelegd aan het publiek”, staat in een ‘ voor publieksbetrokkenheid bij het nieuws.
Het is goed om op zijn minst een plek op je website te hebben waar je aanvullingen kwijt kunt (en correcties uiteraard). Niet alle journalistieke redacties bij de publieke omroepen hebben zo’n pagina, maken die makkelijk vindbaar voor het publiek of gebruiken die even consequent. Misschien moeten de omroepen overwegen te kiezen voor een uniforme lay-out voor die pagina’s?
En zelfs áls je corrigeert
‘Regel 1: de klant heeft altijd gelijk. Regel 2: als dat niet zo is, zie regel 1.’ Zo luidt een bejaard management-credo. Maar onder het publiek – toch de ‘klant’ van de publieke omroepen – schuilen ook hardleerse, koppige of weinig vergevingsgezinde leden. En dan geldt wat de Ombudsman betreft niet alsnog ‘zie regel 1’.
Eén voorbeeld: nog steeds wordt met regelmaat verwezen naar de verwoesting van een Gazaans ziekenhuis op 17 oktober 2023. Zelfs in oktober van dít jaar schreef een kijker ons: “Uiteindelijk bleek dit gewoon een afgeslagen raket van Hamas te zijn geweest. Maar NOS was al weer de eerste om Hamas te quoten en Israël in een kwaad daglicht te stellen.”
Deze kijker vergat gemakshalve dat kort na de inslag vrijwel de hele (inter-)nationale pers hier te weinig voorzichtig was, wat overigens voor niemand een excuus mag zijn. Maar juist de NOS was in vergelijking met velen snel met aanvullen en aanpassen van het bericht. Binnen een half uur nadat Israël in een eerste artikel als verantwoordelijke was genoemd, werd het bericht van bronvermelding, nuance en wijziging voorzien. En de NOS erkende dat men in eerste instantie in de fout was gegaan, iets dat anderen niet deden.
Wat moet je nog meer doen? Uiteraard is je doel dat journalistiek foutloos, feitelijk en fair is. Maar fouten worden gemaakt. De Code Journalistiek Handelen zegt dat je die snel moet herstellen en geef je er uitleg over. Dat werd hier allebei gedaan.
Wie mag de bron zijn
Het draaide in de periode waarop we terugblikken bij klachten over bronvermelding dus niet zozeer om het ontbreken ervan. Journalisten weten goed dat zeker in conflictsituaties door betrokkenen met de feiten gespeeld kan worden. Dus vermelden ze hun bronnen of geven aan dat informatie (nog) onbevestigd is.
Het ging klagers vaker om wíe het recht zou hebben als bron opgevoerd te worden. Overheidsinstellingen, militaire informatie, een stuk uit een krant of van een nieuwszender: elke bron kon een motie van wantrouwen krijgen. “Al Jazeera is verre van neutraal, noch objectief,” schreef iemand bijvoorbeeld. “We moeten meer uitgaan van onze eigen (westerse (vrije)) correspondenten dan mensen/nieuwsberichten die worden beïnvloed door een staat.” Een ander schreef: “U poneert stellingen, gebaseerd op bronnen die niet Israël-neutraal zijn, zonder Israël om een wederhoor te vragen. Dat is een journalistieke doodzonde.”
Sommige kijkers waren heel erg lastig te overtuigen van de authenticiteit van bronnen. Zo bleef een kijker van EenVandaag schrijven dat er geen bewijs was voor een “vermeend bloedbad” dat aangericht was door Hamas op 7 oktober 2023. Zelfs na het opeisen ervan door Hamas met documenten en video’s van de toedracht schreef de klager ons dat “als die video’s de waarheid vertelden, waarom was er geen enkele referentie erover in de internationale pers?” We hebben hem een aantal bruikbare buitenlandse links gemaild.
Het staat iemand vrij om de betrouwbaarheid van een bron te betwisten, daar zegt de Ombudsman niets over. Wel willen we benadrukken dat per gebeurtenis vaak maar één bron beschikbaar was en wederhoor lang niet altijd mogelijk. Wanneer uit officiële bronnen als perscommuniqués of geverifieerde documenten geput wordt, is wederhoor sowieso niet verplicht. En onafhankelijke journalisten hebben sinds 7 oktober 2023 vaak niet de vrijheid om informatie te controleren.
Verre van ideaal voor het bestrijden van het gevoel bij het publiek dat het bepaalde bronnen aan geloofwaardigheid ontbrak. Maar niet iets dat de journalistiek eigenhandig kon veranderen, helaas.
Artikel 2: Publieksreacties in cijfers en thema's
Artikel 3: Objectiviteit, volledigheid en evenwicht, wel geëist maar niet verplicht
Artikel 5: Een kwestie van wegen, verantwoording van woordkeus