Logo

Tweede Kamer verkiezingen 2025. Deel 2: Wie zat waar bij de talkshows?

ANP

De eerste vraag die het publiek heeft over de berichtgeving van de publieke omroepen tijdens een verkiezingscampagne is: wie was er het meest te zien op tv? Daarna volgt vaak al een invulling van het antwoord. Vond men het in het verleden vaak ‘veel te links’, nu klonk vaker een ander oordeel: “Waarom kan/mag de publieke media niet gewoon links-progressief zijn? We hebben toch ook al zoveel commerciële zenders die de rechts-conservatieve boodschap brengen (alleen maar rechtse talkshows...etc)?” Er werd verzucht: “Ik hoop echt dat er een evenredige verdeling komt tussen alle politieke stromingen!

Sinds het aanstellen van de Ombudsman doen wij er elke campagne onderzoek naar. En omdat vermoedens en speculatie een slechte leidraad zijn bij het vormen van een afgewogen oordeel over hoe er bij de omroepen verslag werd gedaan, beginnen we dus ook deze terugblik met die vraag.

In het verleden zetten wij ons dan aan het edele handwerk van het turven. Dat hebben wij deze keer dankzij drie onderzoekers en een groep studenten van de Erasmus Universiteit niet zo hoeven doen. Wat Karadavut, De Wit en Ruigrok met hun team voor ons deden, kan je hier lezen; wie het nog preciezer wil weten kan hier terecht.

Wat onderzochten we?

Over het Journaal van 20 uur, Nieuwsuur en EenVandaag komen we later in een ander artikel te spreken. We kijken eerst naar de programma’s die in campagnetijd grotendeels of helemaal gewijd werden aan gesprekken met politici: talkshows en debatten. In die vaak zeer goed bekeken uitzendingen krijgen politici bij hun ‘optredens’ doorgaans veel ruimte om zichzelf (en hun partij) te profileren, terwijl een nieuws- of achtergrondrubriek verslag doet en context en duiding geeft. Dat leidt tot een ander type informatie, we komen er bij de analyse naar inhoud op terug.

We wilden hier bijvoorbeeld weten wie waar sprak en hoe lang een spreker aan het woord kwam (een ‘spreekbeurt’). Dat zegt lang niet alles over de aanpak van programma’s, maar geeft wel een indruk van de verdeling van aandacht. Want daarvan meent het publiek dus op voorhand al een idee te hebben. Jarenlang was de vooronderstelling: bij de publieken zitten alleen maar ‘linkse’ lui. Wat niet waar was, lees er onze eerdere onderzoeken op na. Tegenwoordig is het eerder: er zitten voornamelijk ‘rechtse’ politici. Klopt dat idee dan wel?

Over de periode 1 september tot en met 29 oktober 2025 zijn van de publieke omroepen de volgende talkshows geanalyseerd: Goedemorgen Nederland, Pauw & De Wit, Buitenhof, WNL op Zondag, Eva, Café Kockelmann, Dit is de Week, Ongehoord Nieuws en Een buitengewoon gesprek. Ter vergelijking nam het onderzoek ook talkshows van de commerciële omroepen mee: RTL Tonight, Nieuws van de Dag en Vandaag Inside.

Qua debatten werden twee RTL Verkiezingsdebatten en de debatten bij de publieke omroepen bekeken: NOS Nederland Kiest en het Eenvandaag Debat. Het SBS-debat kon om een technische reden niet verwerkt worden: je verwacht het niet maar voor de spraaksoftware leken de stemmen van Wilfred Genee en Frans Timmermans te veel op elkaar. En dat zou het beeld van de daadwerkelijke spreektijd per persoon behoorlijk scheeftrekken. 

ANP-Caroline van der Plas (BBB), Eddy van Hijum (NSC) en Stephan van Baarle (DENK) tijdens het Radio 1-debat in Nieuwspoort.jpg

Wie sprak waar?

Met name in de talkshows van de commerciële omroepen kwamen veel (in meer of mindere mate als zodanig te kwalificeren) politiek duiders aan het woord. Ze stonden in de top-10 van alle sprekers op plaats 1 (Raymond Mens), 3 (Wierd Duk), 6 (Lale Gül), 8 (Frits Wester). De eerste politiek duider bij de publieke omroepen vind je op plek 9 (Wouter de Winther), daar spraken vooral politici. Laten we alle duiders weg en kijken we alleen naar de lijsttrekkers van de partijen die sinds 2012 in de Tweede Kamer zaten, dan is de verdeling als volgt:

tabel lijsttrekkers.jpeg

Rob Jetten was het vaakst te zien, gevolgd door Frans Timmermans, Henri Bontenbal en Dilan Yeşilgöz. Geert Wilders sprak vooral tijdens de debatten, bij de programma’s van de publieke omroepen kwam hij niet. Waarbij je je moet bedenken dat hij vanwege een bedreiging een deel van de campagne helemaal nergens in het openbaar verscheen. Lidewij de Vos was de enige lijsttrekker in deze lijst die bij Ongehoord Nieuws (driemaal) kwam, verder zaten daar lijsttrekkers van partijen die niet eerder zelfstandig een kamerzetel haalden (zoals BVNL).

Verder is voor elke lijsttrekker ook berekend wat de onderzoekers van de Erasmus Universiteit de totale ‘zuivere spreektijd‘ noemen; dat zijn de secondes die de lijsttrekker in de uitzending actief aan het woord was en dus niet in een fragment. De top vier bestond dan uit achtereenvolgens Yeşilgöz, Bontenbal, Jetten en Timmermans. Rob Jetten mocht in totaal de meeste spreekbeurten krijgen, hij was in al zijn beurten tezamen niet het langst aan het woord. Inclusief de debatten was dat Dilan Yeşilgöz, kijk je alleen naar de debatten dan was ze dat ook het vaakst. In talkshows stond ze qua spreeklengte op twee, na Bontenbal. Dat die laatste veel ruimte kreeg, viel ook een kijker op. Die waande zich “soms in Noord-Korea” want “de laatste maand kwam op de NOS-NPO de naam Bontenbal en het woord CDA ongeveer 15-20x vaker voorbij dan Dijk van de SP terwijl beide partijen evenveel zetels in de kamer hebben. Sommige NPO programma’s leken wel verkiezingsprogramma’s voor het CDA.” Een tikkie overdreven, maar de CDA-lijsttrekker kwam dus wel vaak en landurig aan bod.

ANP- Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) en Henri Bontenbal (CDA) tijdens het Radio 1-debat in Nieuwspoort.jpg

Scheid je de talkshows en debatten van de commerciële zenders van die van de publieke omroepen, dan spraken bij die laatste veel meer lijsttrekkers. Dat kwam onder meer doordat de NOS een speciaal debat voor ‘de kleintjes’ hield. Ondanks dat klaagde een enkele kijker over de weinige aandacht voor kleine en nieuwe partijen. “Het is toch op z'n minst vreemd te noemen dat het volgens u "niet mogelijk" is om kleine partijen tijdens tv-debatten te betrekken. Deze zogenaamde (belangrijke) kleine partijen kunnen zo toch nooit grote partijen bevragen over de afgelopen jaren? De burger krijgt toch nooit een transparant beeld?” 

Op zich is klagen hierover terecht want het blijkt al jaren lastig om voor anderen dan de ‘usual suspects’ wat aandacht en ruimte vrij te maken. De Ombudsman riep in 2017 ook andere omroepen dan de NOS al eens op om de creativiteit in te zetten voor een format hiervoor. Het gebeurt nog niet echt.

Bij de commerciële debatten kwamen enkel de lijsttrekkers van de (ook in de peilingen, zoals JA21) grotere partijen aan het woord, waarbij Wilders afzegde voor de RTL-debatten. Bij het SBS-debat Nederland kiest was hij wel aanwezig maar dat debat kon dus niet meegenomen worden in deze analyse.

spreektijd per lijsttrekker commercieel.jpgspreektijd per lijsttrekker NPO.jpgspreektijd per lijsttrekker debat commercieel.jpgspreektijd per lijsttrekker debat npo.jpg

Wie domineerde? 

Zoals hierboven al aangegeven, nemen bij de commerciële omroepen de ‘politiek duiders’ zeer veel spreektijd in. Een precieze verdeling daarvan is voor onze analyse van minder belang: het volstaat hier om te stellen dat politici zelf bij de NPO de boventoon voeren en zélf hun plannen en initiatieven toelichten.

Kijken we voor een antwoord op de vraag wie van de politici domineerde dan naar de zogenoemde ‘gewogen spreektijd’ in programma’s van de NPO: de hoeveelheid spreektijd in relatie tot kijkcijfers. Zo kan je zichtbaar maken hoeveel kijkers gemiddeld zijn bereikt per gesproken minuten per lijsttrekker, daarmee kan je mogelijk iets zeggen over hun impact. Minuten in programmas met een groter publiek tellen namelijk zwaarder mee dan minuten in minder bekeken uitzendingen.

Yeşilgöz haalt een aandeel van 15,3% in de gewogen spreektijd, terwijl haar aandeel in de absolute spreektijd 14,6% is. Wilders draagt 5,5% bij aan de gewogen spreektijd, tegenover 2,5% van de absolute spreektijd. Deze beide lijsttrekkers bleken dus vaker te zien in programmas met een hoog kijkcijferbereik en ze hebben daarmee relatief meer publiek bereikt.

Percentage gewogen spreektijd lijsttrekker.jpg

Vervolgens is ook nog interessant welke partijen het vaakst genoemd worden. De PVV eindigt hoog, terwijl vertegenwoordigers van deze partij relatief weinig aanwezig waren in de studios, zeker bij de publieke omroepen kwamen ze niet. Andere gasten spraken zeer regelmatig óver de PVV. En ook de VVD valt op. De VVD lijkt daarmee de campagne te domineren: zij heeft niet alleen de meeste spreektijd, maar wordt ook het vaakst genoemd in de verschillende programma's.

aantal vermeldingen van partijen.jpg

Wat blijft hangen?

Wat valt er dan, na deze hoeveelheid tabellen, te concluderen over hoe de aandacht over de politici en hun partijen werd verdeeld? Níet dat de publieke omroepen op grond van de dominantie in talkshows en debatten het label “NPO-66” verdienen, zoals nog steeds met graagte door bepaalde kijkers wordt gesteld. Wél dat er bij de publieke omroepen juist voor partijen aan de rechterkant van het politieke spectrum veel ruimte werd gemaakt. Zie bijvoorbeeld ook de positie van de BBB (grotendeels te verklaren uit de vele tijd die minister en kandidaat-nummer-2 van de lijst Mona Keijzer bij de publieke omroepen kreeg) en van JA21.

Spreektijd per partij NPO.jpgSpreektijd per partij Commercieel.jpg

Bij ons werd verder nog gesteld dat het meedoen van Rob Jetten aan De Slimste Mens van invloed op de verkiezingsuitslag zou zijn geweest, en dat hij daarom in het KRONCRV-programma zou hebben gezeten. “Het is verkiezingstijd en vandaar mag GEEN ENKELE POLITICUS gratis zendtijd en daarmee aandacht voor zijn persoon ontvangen. Het feit dat u dat indirect doet is onzuiver en toont de verwevenheid/verwantschap aan met D66. Iets waar vaak over wordt geklaagd. Het hoort niet en mag van mij dan ook niet. U dient strikt neutraal te blijven juist in verkiezingstijd. Bij deze mijn protest.

Een spelprogramma valt inhoudelijk buiten het werkterrein van de journalistiek Ombudsman. Toch het volgende ter verduidelijking. De keuze voor de deelnemers werd gemaakt nog voordat het kabinet-Schoof gevallen was en er dus überhaupt verkiezingen in zicht waren. Voor de echte complotdenkers: in de toenmalige Tweede Kamer was D66 niet in staat om het kabinet zelfstandig omver te halen toen eenmaal duidelijk was dat Jetten ging deelnemen. Daarnaast vonden de opnames al voor de zomer plaats. De slotweek van het programma viel wel midden in de campagne en de finaleplaats van Jetten zal er zeker aan hebben bijgedragen dat kijkers hem vaak in beeld hebben gezien. Maar kijk de afleveringen nog even terug en je zult merken dat er geen uitgebreide politiek-inhoudelijke gedachtewisselingen waren.

Doet zo’n programma dan helemaal niets met een twijfelende stemmer? Je moet het belang van veel of langdurig ‘in beeld zijn’ niet onderschatten, want in zichtbaarheid zit veel kracht. En wie in een spelletje een gracieus verliezer is, zal daarvan zeker geen last hebben. Maar of en hoe er door de journalistieke programma’s tijdens deze campagne werd bericht over de inhoud van wat de partijen politiek wilden, is uiteindelijk belangrijker. Dat is wat moet blijven hangen als je als publieke omroepen je informatieve taak wilt invullen. Ook daarover hadden kijkers op- en aanmerkingen: “Het was juice in plaats van journalistiek, rumoer boven relevantie en er werd gekozen voor kijkcijfers boven kwaliteit. Het was nauwelijks informatief over wat er op het spel staat voor Nederland en er was vrijwel alleen maar aandacht voor de poppetjes.” We gaan in een volgend artikel op zoek of dat beeld klopte.

 

Tweede Kamerverkiezingen 2025. Deel 1: Inleiding

Kritiek mag, maar verdachtmaken van journalistiek raakt de democratie
Tweede Kamerverkiezingen 2025. Deel 1: Inleiding
Tussen herkenning en vertekening: het voordeel en risico van voxpop
Leren van de buren: de prijs van uitstel bij herstel
AI nu ook in de Code Journalistiek Handelen
Waar ligt de grens? Journalistieke normen tegenover vrijheid van meningsuiting 
Deel deze pagina
Omroepen
AVROTROS