Logo

Code Journalistiek Handelen

Deze code geldt voor journalistiek handelen verricht voor de landelijke publieke media-instellingen (de omroepen) bij het verzorgen van producties voor de diverse aanbodkanalen van de NPO op het gebied van nieuws, informatie en educatie.

Inleiding

De landelijke publieke media-instellingen verzorgen dagelijks media-aanbod met onder meer
nieuws en informatie- en educatie zodat het publiek weet wat er speelt in Nederland en de
rest van de wereld. Zij brengen feiten, geven er vanuit hun wettelijke taak of profiel duiding
en context aan en stimuleren het gesprek in de samenleving hierover. Deze code geldt voor
journalistiek handelen verricht voor de landelijke publieke media-instellingen (hierna:
omroepen) bij het verzorgen van producties voor de diverse aanbodkanalen van de NPO op
het gebied van nieuws, informatie en educatie.

De omroepen waarborgen dat deze code wordt onderschreven door de organisatie en wordt
erkend en nageleefd door eenieder die journalistiek handelt in het kader van de verzorging
van media-aanbod op het gebied van nieuws, informatie en educatie door de desbetreffende
omroep (1).

Bij de verzorging van dit media-aanbod is de omroep verantwoordelijk dat de
omroepmedewerkers (2) zich houden aan de volgende algemene journalistieke handelingen:
• Omroepen zijn vrij in de selectie van wat ze produceren. Omroepmedewerkers maken
journalistieke keuzes en laten zich daarbij niet leiden door overheden, politieke,
commerciële of maatschappelijke organisaties of door individuele belangen van
derden of henzelf.
• Omroepmedewerkers werken onafhankelijk en onbevooroordeeld. Elke vorm van
belangenverstrengeling wordt vermeden.
• Omroepmedewerkers berichten waarheidsgetrouw, de informatie klopt. De producties
zijn controleerbaar en worden gecheckt.
• Omroepmedewerkers zijn transparant over en aanspreekbaar op hun journalistiek
handelen.

(1) Redacties kunnen aanvullend eigen journalistieke codes hebben die de uitgangspunten 
van de betreffende redactie nader specificeren, rekening houdend met de beginselen
en taken van zowel taak- en ledengebonden omroepen.
(2) De code is van toepassing op allen die bij het tot stand komen van producties
voor de landelijke omroepen journalistiek handelen. Dus ook op zzp’ers,
medewerkers van productiemaatschappijen of andere dan vaste contractanten.
 

Ombudsman

Met deze code krijgt ook het publiek inzage in de werkwijze van betreffende
omroepmedewerkers, en de regels en normen voor het journalistiek handelen van de publieke
omroepen. Het publiek kan bij klachten over het niet naleven van deze code bij de betreffende
redactie of omroep terecht. Als de klacht niet naar tevredenheid is beantwoord of
afgehandeld, kan er contact worden opgenomen met de ombudsman van de publieke
omroepen, zoals bedoeld in artikel 2.14a Mediawet 2008.

De ombudsman beoordeelt na een klacht of uit eigen beweging het journalistieke handelen
van de omroepen bij de verzorging van media-aanbod op het gebied van nieuws, informatie
en educatie. Dit oordeel is niet bindend en de ombudsman kan geen rectificatie afdwingen.
De ombudsman doet deze beoordeling aan de hand van deze Code.

De hierboven beschreven algemene handelingen worden verder geconcretiseerd met
uitgangspunten gericht op de verzorging, dat wil zeggen voorbereiding, publicatie en
verantwoording, van een journalistieke productie (3).

(3) Naleving van deze code is gebaseerd op het “pas toe of leg uit principe”. Dit betekent dat er ruimte 
is om met een motivering
door de hoofdredactie (of functionaris met hoofdredactionele bevoegdheden)
af te wijken van uitgangspunten genoemd
onder A en B van de Code.


A. Voorbereiding van een productie

A1. Open vizier
• Omroepmedewerkers treden op met open vizier. Ze maken hun identiteit bekend
aan potentiële gesprekspartners en zijn tegenover hen duidelijk over hun
bedoelingen en de aard van de publicatie (4). Zo is de gesprekspartner voldoende
geïnformeerd om te beslissen of hij/zij mee wil werken aan de publicatie.
• Omroepmedewerkers lokken geen incidenten uit met de bedoeling nieuws te
creëren.

(4) Van deze norm kan worden afgeweken wanneer er sprake is van een misstand én wanneer dit noodzakelijk is om 
de desbetreffende kwestie aan de orde te stellen. Dit dient door de hoofdredactie (of functionaris met hoofdredactionele
bevoegdheden) geaccordeerd te worden.

A2. Bronnen
•  In producties worden in beginsel de bronnen vermeld.
•  Omroepmedewerkers beschermen de identiteit van bronnen aan wie zij
vertrouwelijkheid hebben toegezegd en van bronnen van wie zij wisten of
konden weten dat zij hen informatie hebben verstrekt in de verwachting dat hun
identiteit niet zou worden onthuld.
•  Omroepmedewerkers kunnen verantwoorden wanneer en waarom
anonimiteit is toegezegd.
•  Omroepmedewerkers betalen getuigen en informanten niet. Een redelijke
onkostenvergoeding kan gepast zijn, maar moet verantwoord kunnen worden.
Onder die voorwaarde kunnen ook deskundigen – mensen die op basis van
kennis van zaken en zonder partij te zijn hun licht laten schijnen over een
onderwerp – een vergoeding krijgen voor hun werkzaamheden.

A3. Wederhoor
•  Omroepmedewerkers passen hoor en wederhoor toe bij personen en/of
bedrijven/instanties die in een productie worden beschuldigd. Wie beschuldigd
wordt, krijgt voldoende gelegenheid om te reageren en bij voorkeur in dezelfde
productie.
•  Het beginsel van hoor en wederhoor geldt niet voor producties die op duidelijk
herkenbare wijze een persoonlijke opinie, parodie, satire, polemiek, karikatuur
of nabootsing bevatten (bijvoorbeeld columns, cartoons en recensies) en niet
voor feitelijke verslagen, zoals die van openbare bijeenkomsten.

A4. Afspraken
•  Omroepmedewerkers maken afspraken met bronnen over de status van hun
medewerking (voor publicatie, voor achtergrondinformatie, off the record).
•  Omroepmedewerkers die een embargo-afspraak maken, dienen zich aan de
overeenkomst te houden tot de afgesproken termijn is verstreken. Het
embargo vervalt, wanneer de onder embargo verstrekte informatie elders is
gepubliceerd of wanneer degene die om het embargo heeft verzocht, het
eerder opheft of zich niet aan de gemaakte afspraken houdt.
•  Omroepmedewerkers die een productie vooraf ter inzage geven aan degene
over wie de productie gaat zijn vrij te bepalen hoe zij op- en aanmerkingen in
de productie verwerken. Feitelijke onjuistheden worden verbeterd.

B. Publicatie van een productie

B1. Publicatie
•  Omroepmedewerkers maken in een productie duidelijk onderscheid tussen
feiten, beweringen en meningen.
•  Columnisten, cartoonisten en recensenten zijn vrij om hun mening te geven
over gebeurtenissen en personen, hun bijdragen moeten als zodanig duidelijk
herkenbaar zijn. Dan zijn stijlmiddelen in vorm en inhoud – zoals overdrijven en
bewust eenzijdig belichten – geoorloofd.
•  Kenmerken over personen zoals (etnische) afkomst, religie, uiterlijke
kenmerken en seksuele voorkeur worden in producties alleen vermeld als deze
voor het onderwerp relevant zijn.
•  Beeld- en/of audiomateriaal (waaronder ook citaten uit interviews) wordt in
producties alleen in een relevante context gebruikt. Dat betekent dat beeld- en
audiomateriaal niet (tenzij met reden en toegelicht) volledig buiten de
oorspronkelijke en relevante context gebruikt mag worden.
•  Beeld- en audio aanpassingen mogen niet misleiden.
•  Een link in een productie naar een externe site dient relevant te zijn voor de
productie en passen bij de inhoud.

B2. Privacy en identificatie
•  Bescherming van privacy is altijd een afweging bij het maken van
journalistieke producties. De privacy van mensen mag worden aangetast
wanneer dit in redelijke verhouding staat tot het publieke belang van de
publicatie.
•  Voor publieke figuren en mensen met een openbare functie is een bepaalde
mate van ongewilde publicitaire blootstelling onvermijdelijk. In hun
persoonlijke levenssfeer hebben ook zij (en hun naasten) recht op
bescherming van hun privacy, tenzij gedrag in hun privéleven aantoonbaar
van invloed is op het publiek functioneren.
•  Omroepmedewerkers dienen te voorkomen dat informatie of beelden
worden gepubliceerd waardoor verdachten, veroordeelden of getuigen door
het grote publiek ongewenst kunnen worden geïdentificeerd en getraceerd.
   Uitzonderingen hierop zijn:
   o Wanneer de naam een essentieel bestanddeel van de berichtgeving is;
   o Wanneer het een algemeen bekend persoon betreft;
   o Wanneer er een grote kans is op verwarring met iemand anders;
   o Wanneer het vermelden van de naam gebeurt in het kader van
      opsporingsberichtgeving;
   o Wanneer de betrokkene zelf de openbaarheid zoekt.

C. Verantwoording en transparantie

•  Fouten en onzorgvuldigheden worden erkend, hersteld en besproken.
•  (Verwijzing naar) deze code is te vinden op alle websites van de omroepen, de
Ombudsman en NPO.
•  Op de websites van alle omroepen staan heldere richtlijnen over hoe het
publiek en de gebruikte bronnen kunnen reageren en/of klagen over het
journalistiek handelen.
•  Rectificaties, correcties en aanvullingen van de omroepmedewerkers zijn
eenvoudig te vinden op de websites van de betreffende omroepen of in
programma’s.
•  Met ondertekening van deze Code zeggen de omroepen toe de Code na te
leven.

Colofon

Deze code is opgesteld onder auspiciën van en vastgesteld door het College van Omroepen,
waarin alle landelijke publieke omroepen zijn vertegenwoordigd.

Datum van vaststelling:
25 mei 2023


Datum in werking treden:
1 juli 2023

Code Journalistiek Handelen

Omroepen
AVROTROS