Op zoek naar de feiten

ANP
Wat doet de Ombudsman als er een klacht komt dat informatie in een journalistieke publicatie niet klopt? Gaat ons team dan als een dolle aan het fact checken? Of is onze rol een andere?
‘Ombudsman, het klopt niet wat die journalist daar zegt of schrijft!’ Het is volgens onze jaarverslagen de meest voorkomende opmerking van het publiek, samen met de klacht dat berichtgeving niet objectief zou zijn en de vraag waarom iets het nieuws niet haalt. Daarover elders meer, laten we hier kijken wat de Ombudsman doet als het publiek claimt dat informatie in een uitzending of bericht niet klopt. En dus mogelijk ‘feitelijk onjuist’ is, zeggen wij dan heel keurig.
De Code Journalistiek Handelen schrijft voor dat “de informatie klopt”, en producties “worden gecheckt”. Dat is uiteraard de verantwoordelijkheid van de maker. Maar hoe onderzoekt de Ombudsman dan vervolgens of de journalist zich aan die normen heeft gehouden? Om het concreet te maken: een kijker klaagde dat programmamakers van Ongehoord Nieuws in een uitzending “verkeerde informatie verstrekken ten aanzien van het beschermen van de huid tegen zonnebrand”. Ging Team Ombudsman toen tot op de bodem van de wetenschappelijke literatuur zoeken naar de feiten over de huid en de zon?
Dat is niet onze belangrijkste rol, hoe gek dat misschien ook mag klinken. Er is verschil tussen een journalistiek ombudsman en een journalistieke fact checker. Fact checkers onderzoeken of specifieke feiten of claims kloppen, op basis van onafhankelijk bewijs en data. Een ombudsman kijkt vooral naar het journalistieke handelen en geeft daarover advies aan redacties. Hoe is een journalistieke productie tot stand gekomen? En is de journalist bij het vergaren en verwerken van de informatie volgens de afspraken en zorgvuldig te werk gegaan? Een ombudsman is meer de hoeder van het maakproces dan de scheidsrechter of een specifiek feit wel of niet juist is weergegeven.
Ingezoomd op zo’n zonnebrand-casus zou de journalistieke fact checker op zoek gaan naar het wetenschappelijk bewijs voor schadelijk- of onschadelijkheid van de zon of het effect van zonnebrandcrème. Zie voor een voorbeeld hoe dat eruit kan zien de check door het programma Pointer. Een ombudsman analyseert het proces van hoe informatie door een redactie in een productie is verwerkt. Soms zal een ombudsman daarbij naar het werk van fact checkers verwijzen.
Feiten van meningen scheiden
Bij een klacht over mogelijk feitelijke onjuistheden zal Team Ombudsman als eerste analyseren hoe informatie in een uitzending wordt gecategoriseerd. De journalistieke code zegt namelijk ook: “Omroepmedewerkers maken in een productie duidelijk onderscheid tussen feiten, beweringen en meningen.” Iedereen mag van alles vínden, en op de vrijheid om je mening te uiten moeten we zuinig zijn. Maar wie claimt feiten te brengen of beweringen te doen, die moet zich controleerbaar op de werkelijkheid baseren.
Was het in het zonnebrand-item in de uitzending duidelijk waar de kijker naar keek? De presentator bevestigde de verzuchting van een gast dat het tijd was om de feiten op een rij te zetten over de effecten van de zon met: “dat gaan we doen.” Waarmee de informatie die zou volgen als feitelijk werd gekwalificeerd. En dat schept dus een plicht: die feiten moeten kloppen.
Maar na die opmerking volgde een aantal beweringen over het effect van de zon die ingingen tegen breed geaccepteerd en peer-reviewed wetenschappelijk onderzoek. Deze grote hoeveelheid uitkomsten van wetenschappelijk gevalideerd en peer-reviewed onderzoek werd dezelfde mate van bewijslast toegekend als aan de schaarser ondersteunde opmerkingen van de gasten zonder wetenschappelijke of medische achtergrond in deze tak van onderzoek. Daarmee kroop een klassiek voorbeeld van zogenoemde ‘false equivalence’ de uitzending in: onvergelijkbare informatie werd als vergelijkbaar gepresenteerd.
Geconfronteerd met onze analyse gaf de redactie aan “het oordeel van ‘false equivalence’ [..] in deze uitzending terecht [te vinden], en dit nemen we ook mee in onze verdere uitzendingen die gedaan zullen worden.” En die aankondiging over het op een rij zetten van de feiten? Die had ook anders gemoeten, vond de redactie nu.
Wel schreef de redactie ons dat “afwijkende hypotheses of wetenschappelijke uitkomsten nooit van tevoren afgewezen [zouden] moeten worden.” Men vond dat de klager over de uitzending dat deed, en de Ombudsman zou dit met de analyse ook doen. Voor de klager konden wij niet spreken. Maar de Ombudsman wijst geen van beide van tevoren af. Wij stellen dat meningen niet als feiten verkocht kunnen worden. En áls je claimt de feiten op een rij te zetten, dan moet je die op de wetenschappelijke stand van zaken of andere werkelijkheidsgetrouwe bronnen baseren.
Transparant onderbouwen
Als in een uitzending duidelijk is wat als feit gebracht wordt, zoekt de Ombudsman vervolgens naar transparantie over de bronnen die gebruikt worden om die feitelijke uitspraken op te baseren. En we kijken dan meteen of een presentator doorvraagt naar de onderbouwing van statements van gasten. Is het ook duidelijk waarop die hun beweringen baseren, zodat het publiek zelf kan nagaan of zin of onzin verkocht wordt?
Helaas gebeurde die bronvermelding niet consequent in de uitzending waarover de zonnebrandklacht kwam. De gasten haalden soms wel, maar vaak ook geen specifieke bronnen aan. Dan bleef het bij formuleringen als “wat blijkt ook uit onderzoek” of “wetenschappelijk bewezen” maar werd dat concrete bewijs niet gegeven. Daarmee doe je je publiek tekort.
Hier speelde tijdgebrek in de uitzending een rol, zei de redactie tegen ons toen we ernaar vroegen; niet alle bronnen die men had, kon men delen. Er was een langer item met extra informatie op het YouTube-kanaal van de omroep gezet. Dat bronvermelding de uitzending niet haalt, is altijd jammer. Maar in dit geval werd in het gesprek ín de uitzending vooral gekozen voor twijfel aan de ruim aanwezige wetenschappelijke informatie over het verband tussen zonnebrand en huidkanker - zonder doorvragen of transparante onderbouwing van die twijfel. Hier was het journalistieke proces dus niet voldoende zorgvuldig uitgevoerd.
Maar wat zijn dan die feiten?
Gaat de Ombudsman dan uiteindelijk toch niet nog zelf op zoek naar wat feitelijk juist is? Jawel. Maar wij hoeven voor een analyse van het journalistieke proces een onderzoek of een item in een uitzending niet helemaal over te doen. We doen een ‘marginale check’: niet álle genoemde feiten nagaan maar wél de voor een betoog cruciale informatie. Om dan meer te kunnen zeggen over de zorgvuldigheid van het journalistieke proces en de patronen daarin.
Soms is iets simpelweg juist of niet. Bijvoorbeeld toen een producent van biologische mosselen klaagde dat een consumentenprogramma de prijs van zijn product verkeerd vermeldde, zocht één van ons uit wat mosselen zoal kunnen kosten. En het programma bleek íets te enthousiast geweest in de claim dat de bio-mossel “twee keer zo duur” was.
Een andere keer is het meer de vraag wat er met het gebruik van een (al dan niet betwist) feit eigenlijk gezegd wordt. We onderzochten de bewering in een documentaire dat je qua CO2-uitstoot beter elke week naar New York kunt vliegen dan een kind op de wereld zetten. Als je puur naar de cijfers keek – wat nog niet zo simpel was – bleek die opmerking te kloppen. Maar om te snappen wát de documentaire met die feitelijke opmerking nu eigenlijk wilde overbrengen had de kijker vooral wat meer context nodig.
En wat leverde in de zonnebrand-uitzending zo’n ‘marginale check’ van cruciale informatie op? Een van de gasten zei dat “alle wetenschap die vaak wordt aangehaald” over de schadelijkheid van de zon op “nachtdieren” gedaan was. Een cruciale opmerking in de uitzending die zou aangeven dat wetenschappelijk onderzoek niet relevant was en de mens helemaal niet zo bang voor de zon hoeft te zijn. Maar wie zoekt naar de breed geaccepteerde stand van de wetenschap vindt tal van studies waaraan wel mensen deelnemen.
Wat klopte er dan nog van de uitspraak van de presentator dat de wetenschappelijke consensus een andere spreker “grotendeels of misschien wel helemaal” steunde in diens opvattingen dat er vooral “zo’n heisa” was over de schadelijkheid van de zon? Academische studies en antwoorden van wetenschappers geven in hoge mate feitelijke onderbouwing voor de claim dat het verbranden van de huid door de zon schadelijk is voor de huid en dat zonnebrandcrème nuttig is. De huidige wetenschappelijke consensus is een andere dan de presentator aanhaalde. Opnieuw verliep het journalistieke proces hier dus niet zo zorgvuldig als een kijker mag verwachten. En zeker als je het hebt over claims die de gezondheid van het publiek kunnen raken, kan je als programma niet feitelijk en voorzichtig genoeg zijn.
Van het proces naar de feiten en terug
De Ombudsman analyseert dus niet elk individueel feit in een publicatie maar kijkt naar het journalistieke handelen en eventuele patronen in het omgaan met feitelijke informatie. Is het gevraagde onderscheid tussen feiten, beweringen en meningen van gasten helder voor het publiek? Wordt informatie die als feitelijk geclaimd wordt onderbouwd met bronnen? Is een redactie transparant over wat de waarde van bronnen is? En ja, dan zullen we ook bepaalde, cruciale claims checken. Maar altijd met het oog op het journalistieke proces als geheel.
Wij doen niet wat de fact checkers doen. We hebben elk onze eigen taak. De Ombudsman wil bereiken dat journalistiek bij de publieke omroepen geloofwaardig is en blijft, door onder meer redacties te laten reflecteren op hoe ze een uitzending maken. Zonder de input van kritische kijkers lukt dit niet.
De makers van het zonnebrand-item correspondeerden uitgebreid met de Ombudsman over hun uitzending. En al waren ze het niet in alles met de Ombudsman eens, er was ruimte tot nadenken. Hopelijk gaat het brede publiek dat in volgende uitzendingen ook zien.