Logo

Wederhoor, niet altijd een plicht

ANP

21 juli 2025

Met grote regelmaat eist het publiek bij de Ombudsman dat journalisten wederhoor halen bij personen en organisaties in het nieuws. Te pas, maar ook te onpas. Want wanneer moet dat echt? En hoe doe je dat dan voldoende zorgvuldig?

Onlangs spraken we advocaat Emiel Jurjens voor onze podcast Achter de Klacht. Jurjens heeft jaren ervaring in zaken die over het mediarecht en de vrijheid van meningsuiting gaan. We bespraken met hem een aantal klachten van het publiek over mogelijke schendingen van de privacy. Wat zegt de wet over privacybescherming, wat zijn de ethische afspraken en waarin verschillen die twee? Je kunt de podcast hier beluisteren.

Toen we hem – met ál zijn ervaring als advocaat in mediazaken – tot slot vroegen wat zíjn tip zou zijn aan het journalistieke werkveld, bracht hij iets heel anders op: “Nog iets meer op tijd wederhoor vragen. En ook heel goed nadenken over op welke punten je precies wederhoor vraagt.”  Die hint konden we natuurlijk niet laten lopen, al ging deze aflevering van onze podcast er niet over. Daarom grijpen we hier de kans om er nog eens in te duiken.

Wat is wederhoor níet?

Jurjens staat journalistieke redacties bij wanneer deze voor een rechter gedaagd worden. Dat kan zijn als een belanghebbende of betrokkene bij een verhaal van mening is dat er niet genoeg ruimte is geweest voor diens kant in een verhaal. En het verhaal dus éénzijdig vindt. Maar Jurjens kijkt ook voorafgaand aan een publicatie wel eens mee of de redactie journalistieke afspraken goed heeft toegepast, zoals het op tijd halen van wederhoor. “Als je over hele gevoelige zaken bericht,” zegt Jurjens, “of over hele bekende mensen, dan loop je al een beetje een risico. En dan is het ‘better safe than sorry’, of ‘voorkomen is beter dan genezen’, kies de uitdrukking die je het beste past.”

En uit die ervaringen voorafgaand aan publicatie kwam dus zijn tip om op tijd wederhoor te halen.  Ook het brede publiek heeft het toepassen van ‘hoor en wederhoor’ als een ethisch principe op het netvlies, zo blijkt in onze mailbox. Maar niet altijd is het de mailers helder waar dat dan precies over gaat. Zo wordt ons regelmatig geschreven dat een presentator onvoldoende of geen wederhoor vraagt. “Ik begrijp dat gasten vrij zijn om hun mening te uiten, maar het publiek mag verwachten dat journalistieke verantwoordelijkheden, zoals hoor en wederhoor, kritisch doorvragen en het bieden van balans, serieus worden genomen”, schreef een kijker. Hij viel erover dat een programma wel één uitgesproken gast zijn verhaal liet houden, maar niet ook een tegenstander aan tafel had. Maar dat heeft met het bieden van wederhoor niets te maken: dat valt onder de wettelijke vrijheid van een redactie om een onderwerp te behandelen en zelf te bepalen wie er het woord krijgt.

Ander voorbeeld van een misvatting: moet je in een artikel over aantallen doden door een bombardement op Gaza altijd het bombarderende leger om een reactie op die aantallen vragen? Daarover schrijft het publiek ons nu al maanden, in talloze e-mails. “[Er] wordt geen hoor en wederhoor of bredere context gegeven; en zo wordt de complexiteit van de situatie in Gaza ernstig tekortgedaan,” schreef een kijker naar aanleiding van berichten van NOS Nieuws. Maar ook dit gaat niet om wederhoor; dit gaat om het duidelijk vermelden van de bron van informatie.

Maar wat is wederhoor wél en wanneer zoek je het?

Schrijvers aan ons veronderstellen dat je verplicht bent altijd de stem van ‘de andere kant’ in een item of artikel te laten horen, “de publieke omroep dient ALLE facetten te belichten en hoor en wederhoor toe te passen”, schreef iemand. Maar dat klopt niet. Er is niet zoiets als een absoluut recht op wederhoor, stelde een rechter al eens vast. De Code Journalistiek Handelen zegt erover: “Omroepmedewerkers passen hoor en wederhoor toe bij personen en/of bedrijven/instanties die in een productie worden beschuldigd.”  Let op: dat is dus expliciet niet iedere organisatie of persoon die in een verhaal voorkomt. Wél diegene die in een publicatie van iets beschuldigd wordt.

De code zegt verder dat “het beginsel van hoor en wederhoor niet [geldt] voor producties die op duidelijk herkenbare wijze een persoonlijke opinie, parodie, satire, polemiek, karikatuur of nabootsing bevatten (bijvoorbeeld columns, cartoons en recensies) en niet voor feitelijke verslagen, zoals die van openbare bijeenkomsten.” Als een klager zou eisen dat BNNVARA-columnist Van Roosmalen wederhoor zou moeten bieden aan boeren omdat hij een koe beledigde (niet helemaal hypothetisch, beste lezer), zou dat dus geen gerechtvaardigde eis zijn.

En de journalist die zich voor een verhaal baseert op “feitelijke verslagen” zoals aktes, notulen of opnamen van vergaderingen hoeft dus niet om wederhoor te vragen bij degenen die in die verslagen en opnamen besproken worden.

Hoe vraag je wederhoor?

De code zegt dus: “Wie beschuldigd wordt, krijgt voldoende gelegenheid om te reageren en bij voorkeur in dezelfde productie.”  Wat wordt daarmee bedoeld en wat is dan “voldoende gelegenheid”? Waar moet je je aan houden als je op zoek gaat naar wederhoor?

Geïnterviewden of instanties eisen dan nog wel eens dat ze een hele publicatie kunnen inzien. Maar op grond van zijn ervaringen in mediazaken hierover zegt Jurjens: “Er is geen verplichting om een artikel helemáál voor te leggen aan iemand over wie je schrijft, of aan een bedrijf. Maar het is wel belangrijk dat je de kern van wat je over die partij gaat schrijven voorlegt, wat dan de beschuldigingen zijn.”

Ook hoor je een beschuldigde partij voldoende tijd te geven om met een reactie te komen. Zo’n termijn is niet in steen (of in de code) gehouwen maar is afhankelijk van de urgentie van een verhaal, en van de hoeveelheid en de complexiteit van de vragen die je hebt. Geef je als redactie een onrealistisch korte tijd voor een zorgvuldig weerwoord, dan heb je kans dat een rechter je op de vingers tikt. Maar je kunt als ‘beschuldigde’ ook niet eindeloos traineren totdat een journalistiek verhaal alle urgentie verloren heeft. Hoeveel tijd je geeft en hebt voor wederhoor is dus afhankelijk van de specifieke situatie.

Hoe publiceer je wederhoor?

Wat doe je vervolgens met het antwoord dat je op je wederhoorverzoek krijgt? “Je bent niet verplicht om dat helemaal te publiceren,” zegt Jurjens. Ook dan gaat het om de kern van de beschuldigingen. “Soms krijg je een half boekwerk terug. Dat hoef je echt niet helemaal in de krant te zetten. Maar soms is het wel goed om dat wat ruimhartiger in het artikel, of naast het artikel of bij het artikel te plaatsen. Dat is niet alleen journalistiek zuiver, denk ik. Dat is ook juridisch prettig.”  Want mocht iemand achteraf alsnog klagen over vermeend gebrek aan wederhoor, dan kan je dat met de publicatie zelf weerleggen. “Omdat je dan kan laten zien dat ook het gezichtspunt van de partij over wie je schrijft duidelijk aan bod is gekomen.”  Diverse redacties maken gebruik van ‘kaders’ of links naar aparte verantwoordingspagina’s om wederhoor – soms ook integraal – te publiceren, zoals deze pagina van Nieuwsuur.

Uiteraard wordt wederhoor echt wel eens té summier opgenomen in een verhaal. En dan heeft een klager terecht een punt. Maar Jurjens constateert ook: “Over wederhoor proberen zeker grotere partijen vaak vrij dwingend te zijn. ‘Het artikel moet zo en zo gepubliceerd worden. Het moet deze inhoud hebben. Jullie mogen niet een foto erbij publiceren van mij. Jullie moeten dit stuk tekst integraal overnemen.’ Daar hoef je niet in mee te gaan. Zolang je de kern daarvan weergeeft, is het juridisch voldoende.”

En wat doe je in een (live) uitzending?

In een live radio- of tv-uitzending zit idealiter een beschuldigde aan tafel en zou het simpel zijn: je vraagt ter plekke om een reactie. Op zich overigens geen garantie dat dat wederhoor voldoende uit de verf komt. De Ombudsman schreef eerder over een gesprek met Richard de Mos, waarin deze ergens in het gesprek verzuchtte: “Het lijkt wel een kruisverhoor. Ik wil ook even antwoorden.”  De Mos kreeg de gelegenheid tot wederhoor, maar door de manier waarop het gesprek ging, werd het uiterst ongemakkelijk.

Wanneer een beschuldiging uit de lucht komt vallen en het onderwerp ervan niet in de studio zit, kan je als presentator zelf – als je ze paraat hebt en als vorm van wederhoor – de standpunten van die beschuldigde geven. Of je kunt opmerken dat wederhoor nu niet direct te halen is maar je je ervan bewust bent dat de beschuldiging nu niet volgens de ethische afspraken van repliek gediend kan worden. Ook daar schreven we eerder over.

In documentaires, op YouTube of items in actualiteitenprogramma’s kan wederhoor ín de productie opgenomen worden, zoals Pointer hier deed. Of in de zogenoemde ‘shownotes’ bij een video of podcast opgenomen worden, zoals BOOS hier deed. Mogelijkheden genoeg om te doen wat de code van je vraagt.

Wederhoor als strategie

Dan tot slot toch nog even terugkomen op de tip van Jurjens om toch vooral op tijd wederhoor te halen. Verstandig, want je laat zo zien dat je zorgvuldig en geïnteresseerd bent, en tijd en ruimte maakt voor wat een persoon of organisatie te zeggen heeft. Mocht het tot een zaak komen, dan weegt een rechter zo’n aanpak mee. Jurjens: “De rechter is kritisch publiek. Dus de rechter zal doorvragen over de vorm en de inhoud. En hoe heb je dit precies aangepakt? Waarom hebben jullie gekozen voor deze methode? Hoe is dat precies gegaan? Wat is precies de aard van de beschuldiging? Wat is de context? Daar wordt echt op doorgevraagd.”

Maar je verhaal wordt journalistiek gezien ook beter van het vroeg zoeken van wederhoor. Het is niet alleen een (soms als lastig of tijdrovend ervaren) journalistieke plicht wanneer je iemand beschuldigt. Minstens zo vaak is het een uitgelezen kans om aan extra informatie te komen. Een zeer ervaren onderzoeksjournalist leerde de Ombudsman als journalistiek broekie al dat je er bijna niet vroeg genoeg mee kunt beginnen. Iemand die merkt dat hij mogelijk in de beklaagdenbank komt, zal zich doorgaans willen verdedigen door uitleg te geven. Aannames kan je dan mogelijk door feiten vervangen, hopelijk vul je nog een informatiegaatje en in elk geval haal je eventuele fouten op tijd uit je verhaal.

Kortom: lang leve het vroege wederhoor. Niet alleen met de juridische bril op! 

Geen beschuldiging zonder bewijs
Dossier Demonstraties: Onderzoek naar de verslaggeving over protesten
Dossier Demonstraties: Hoeveel aandacht is er voor demonstraties?
Dossier Demonstraties: Wat maakt een demonstratie nieuws?
Dossier Demonstraties: Wat doen de ledenomroepen BNNVARA en WNL?
De ethische codes als journalistiek wapen
Deel deze pagina
Omroepen
AVROTROS