Waarom elke redactie een transparantie-redacteur nodig heeft

ANP
Transparantie. We hebben het er al jaren over. Toch blijkt het in het journalistieke proces nog altijd bijzonder ingewikkeld en het is het eerste dat er bij haast bij inschiet. En dat kunnen we ons niet langer veroorloven. Het is tijd om de daad bij het woord te voegen en op iedere redactie een transparantie-redacteur aan te stellen! Niet omdat het direct extra vertrouwen oplevert, maar om een belangrijkere reden: in een wereld waar alles op journalistiek kan lijken, moeten we laten zien wat het verschil maakt.
Wie online op zoek gaat naar nieuws komt niet alleen uit op traditionele journalistieke bronnen. En toch lijken ze er soms verdacht veel op. Onze opmaak wordt gekopieerd, onze presentatoren worden nagedaan en onze scripts overgenomen.
Maar als het er in de presentatievorm zoveel op lijkt, wat maakt onze journalistiek dan nog anders? Het is een vraag die ons publiek niet altijd zo makkelijk weet te beantwoorden. Dat blijkt ook uit de mails die binnenkomen bij de Ombudsman voor de publieke omroepen. Die journalisten schrijven ook zomaar wat, zo denken sommigen. Mensen vertrouwen het niet omdat we ze geen blik in de keuken gunnen.
Het verschil bestaat wel, maar het is onzichtbaar
Journalistiek heeft iets unieks. Wij hebben verificatieprocessen, redactionele standaarden, ethische codes, broncontrole. Een verslaggever van Follow the Money, NRC of Zembla besteedt soms wel maanden aan een onderzoek. De nieuwsredactie van de NOS of het Dagblad van het Noorden belt misschien wel twintig bronnen voor één nieuwsitem. Een fotojournalist van het ANP of een camjo van L1 weegt zorgvuldig af of een beeld de privacy schendt voordat het online gaat.
Maar dit gebeurt in de meeste gevallen achter de schermen. Voor de lezer of kijker die het eindproduct ziet, is het onzichtbaar. Het enige wat zij ziet is een artikel, een video of een radio item. En dat lijkt op het eerste gezicht heel erg op dat eindproduct van die contentmaker zonder al die standaarden. En dus moeten we die standaarden onderdeel maken van ons product. Niet om mensen te overtuigen, maar om te laten zien: dit is waarom onze informatie anders is.
Maar er is nog een goede reden om transparant te zijn. Het maakt onze journalistiek beter. Als je weet dat je moet kunnen uitleggen waarom je bepaalde keuzes maakte, ga je nog bewuster met die keuzes om. Welke bronnen heb je geraadpleegd? Waarom wel deze expert en niet die? Transparantie is ook een vorm van kwaliteitscontrole.
Goede journalistieke transparantie rust op drie pijlers: Het verhaal, de maker en het publiek. Bij het verhaal gaat het bijvoorbeeld over het delen van bronnen, het uitleggen welke vragen er nog niet beantwoord zijn en uitleggen waarom een journalistiek verhaal gemaakt is. Bij de transparantie over de maker gaat het om het delen van de expertise en achtergrond van de journalist. En bijvoorbeeld om openheid over wie ervoor betaald heeft en wat de missie is van het platform dat het publiceert. Bij het publiek draait het bijvoorbeeld om transparantie over hoe je om gaat met fouten en hoe het publiek kan bijdragen aan het (vervolg)verhaal.
Op sommige journalistieke redacties is een pleidooi voor transparantie niet nodig. Zo is het bijvoorbeeld bij De Correspondent, Investico en Pointer een vast onderdeel van hoe er gewerkt wordt. Maar de meeste redacties moeten het nog zonder een duidelijk transparantie-protocol doen. Laat staan dat er iemand standaard voor verantwoordelijk is. En dat is zonde.
Je hebt redacteuren die artikelen nog even nalezen voor ze online gaan omdat taalfouten er anders doorheen glippen. Niet omdat journalisten te dom zijn om zelf te spellen, maar omdat iedereen fouten maakt onder tijdsdruk. En je hebt factcheckers omdat verificatie systematische aandacht vraagt. Precies om dezelfde reden heb je een transparantie-redacteur nodig. Iemand die ervoor verantwoordelijk is, die checkt, handvatten biedt en het proces bewaakt. Dit is geen symbolische functie. Het is een concrete rol, met meetbare taken.
Wat doet de Transparantie-Redacteur?
Voor publicatie checken: Elk artikel doorlopen op de drie pijlers. Vragen stellen die lezers zouden stellen: Waarom dit verhaal nu? Hoeveel bronnen? Wat weten we niet? Zijn er belangenconflicten?
Infrastructuur neerzetten: Templates maken voor "Over dit verhaal"-boxen. Checklists in het CMS bouwen. Standaardvragen formuleren. Zorgen dat een verslaggever in vijf minuten kan invullen wat lezers mogelijk willen weten. Het makkelijk maken, niet moeilijk.
De redactie trainen: Nieuwe collega's inwerken. Workshops organiseren. Laten zien dat je werk tonen je autoriteit versterkt in plaats van ondermijnt. Helpen begrijpen dat dit geen extra werk is, maar integraal onderdeel van een goed journalistiek proces.
Ethiek inbedden: Traditioneel zitten ethische codes in een pdf die niemand leest. Maar ethiek hoort in het artikel of het nieuwsitem. Het publiek wil weten waarom je bepaalde ethische keuzes hebt gemaakt. Deze overwegingen ("We gaven deze bron anonimiteit omdat zij anders haar baan verliest en de informatie van publiek belang is.") zijn tenslotte van wezenlijk belang voor het uiteindelijk item of artikel. De transparantie-redacteur helpt journalisten deze overwegingen uit te leggen.
Systematisch meten: Welke transparantie-elementen lezen mensen? Waar komen vragen over? Patronen signaleren. Verbeterpunten identificeren.
Correcties professioneel behandelen: Een uniform correctiebeleid handhaven. Zorgen dat fouten niet stilletjes gefixt worden, maar duidelijk gemarkeerd met uitleg.
Dit zijn geen taken die verslaggevers en redacteuren er "even bij kunnen doen”. Iedereen heeft het al te druk. Precies daarom moet het iemands primaire verantwoordelijkheid zijn. Zonder transparantie-redacteur blijft het bij ad hoc verantwoording. Het ene onderzoek krijgt een uitgebreide methodologie omdat de verslaggever er aan hecht of er toevallig tijd voor had. Het volgende artikel heeft niets omdat de deadline te krap was. Lezers zien die inconsistentie en trekken hun conclusies: jullie doen het alleen als het uitkomt. Of zoeken er direct iets achter als die transparantie niet geboden wordt.
Echte transparantie vraagt expertise. Iemand die weet welke vragen lezers hebben. Die begrijpt welke informatie ertoe doet. Die kan inschatten wanneer uitgebreide methodologie nodig is en wanneer een kort "over dit verhaal"-blok volstaat. Die de balans vindt tussen transparantie en leesbaarheid.
"Iemand erbij op de redactie terwijl er bezuinigd moet worden?"
Die reactie is begrijpelijk. Redacties hebben het financieel zwaar. Maar stel de vraag anders: wat kost de vertrouwenscrisis? Dalende abonnee-aantallen, kijkers en luisteraars die wegblijven, adverteerders die twijfelen en een maatschappij die steeds minder ziet wat echte journalistiek bijdraagt. Niet alleen aan het grotere geheel (de rechtstaat en de democratie), maar in het dagelijkse leven. Meer transparantie kan net datgene zijn dat mensen overtuigt dat de journalistiek van groot belang is.
Natuurlijk kan het niet op elke redactie een full-time baan zijn. Bij kleinere redacties zijn er schaalbare oplossingen. Begin part-time. Combineer het met een andere functie. Maak het een roterende verantwoordelijkheid, maar wél met duidelijke criteria en checklists.
Maar schrap het niet van de lijst omdat het geld kost. Want het alternatief, doorgaan zoals nu, kost uiteindelijk meer. Als je kijkers, lezers en luisteraars gaat verliezen aan een propaganda-outlet, omdat die 'net zo betrouwbaar' lijkt, komt je investering in transparantie te laat.
Het verschil tussen journalistiek en andere content bestaat. Onze verificatie, onze standaarden, onze ethiek - dat alles is echt. Maar het is te onzichtbaar. Een transparantie-redacteur maakt dat verschil systematisch zichtbaar. Niet af en toe. Niet alleen bij grote onderzoeken. Structureel. In elk artikel. Elke dag.
