Logo

Waar ligt de grens? Journalistieke normen tegenover vrijheid van meningsuiting 

ANP

11 november 2025

Mag een redactie alles zeggen, schrijven of uitzenden omdat de vrijheid van meningsuiting die ruimte geeft? Sommige redacties beroepen zich er op. Zo plaatste Ongehoord Nederland een video op LinkedIn waarin gesteld werd dat mensen in Nederland niet vrij zijn om te zeggen dat zij zich onveilig voelen door de aanwezigheid van migranten. Er zou sprake zijn van een taboe. Een kijker was het niet eens met de video en klaagde bij de Ombudsman. Die deed onderzoek en kreeg naar aanleiding daarvan een interessante reactie van de omroep. Volgens de redactie van Ongehoord Nederland stond het haar vrij om deze beweringen te doen, want hier werd gebruik gemaakt van de vrijheid van meningsuiting. 

Allereerst en hopelijk ten overvloede: de Ombudsman blokkeert geen meningen en doet ook geen onderzoek naar meningen. Wel doet de Ombudsman onderzoek naar het journalistiek handelen van redacties en omroepen. Dit aan de hand van de Code Journalistiek Handelen. In deze code is door alle omroepen afgesproken hoe ze te werk horen te gaan. Zodat redacties weten wat er van hen verwacht wordt en zodat het publiek ook weet waar het aan toe is als het naar de uitingen van de omroepen kijkt of luistert. 

Een belangrijk onderdeel van die Code is de bepaling dat er duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen feiten, beweringen en meningen. Ook moet voor het publiek duidelijk zijn waar een feitelijke opmerking of bewering op gebaseerd is. In de video waar de kijker over mailde is dat niet altijd even helder. Zo wordt er in de video meerdere keren gesteld dat je in Nederland niet mag zeggen dat je je onveilig voelt door de aanwezigheid van migranten. Er wordt letterlijk gezegd dat het om een hetze zou gaan vanuit de media, de overheid en de politiek om er maar voor te zorgen dat "het niet benoemd wordt". Waar dit op gebaseerd is, wordt in de video niet duidelijk gemaakt maar wel als een feit naar voren gebracht.   

Wel of geen taboe 

Klopt het geschetste beeld? In officiële overheidscommunicatie, in de Tweede Kamer en in de media ging het juist de afgelopen jaren veel over de nadelen van migratie en de gevoelens die die migratie oproept. Zo is er het uitgebreide rapport van het SCP uit april van dit jaar over hoe er in Nederland gedacht wordt over migratie. Dit rapport kreeg uitgebreid aandacht in de media en in de politiek. Het kabinet Schoof gaf meerdere keren aan dat ze haar migratiebeleid baseerde op een 'gevoelde’ asielcrisis; het leidde tot vele mediaverhalen. Hetzelfde geldt voor de discussie op diverse plekken in het land rondom de komst van AZC's. Ook daar lijkt er beslist geen stigma te zijn op het benoemen van angst voor asielzoekers. En vrij recent schreef de NOS naar aanleiding van de verkiezingen nog over de zorgen van omwonenden van opvangcentra.  

Het lijkt erop dat de twee presentatoren die in de video te zien zijn vooral hun eigen mening verkondigen. Maar door de gekozen bewoording is dat niet altijd even duidelijk. Voor dergelijke vrij stellige en mogelijk beschuldigende uitspraken is het noodzakelijk om te zorgen voor een solide onderbouwing die met het publiek gedeeld wordt. Van een journalistieke redactie mag je altijd zorgvuldigheid verwachten. Maar bij een onderwerp dat bij een groot deel van de Nederlandse bevolking zo gevoelig ligt, luistert het misschien nog wel extra nauw. Deze video voldoet niet aan die zorgvuldigheid en kan voor verwarring zorgen bij de kijker.  

Daarmee is dus niet gezegd dat een eventuele mening van beide presentatoren niet geuit mag worden. Ook zij hebben immers recht op hun vrijheid van meningsuiting. Maar wel moet in een journalistieke productie veel duidelijker worden gemaakt dat het hier om een mening gaat en niet om het resultaat van een journalistiek onderzoek.  

Het verschil tussen vrijheid van meningsuiting en journalistiek 

Vrijheid van meningsuiting is een grondrecht, vastgelegd in de Grondwet en in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het beschermt burgers tegen inmenging van de overheid en garandeert dat iedereen vrij is in het vormen en uiten van meningen. Je hoeft geen journalist te zijn om gebruik te maken van dat recht. Iedereen mag zeggen wat hij denkt, kritiek uiten of standpunten innemen, ook als die afwijken van die van de meerderheid van de bevolking. 

Toch is deze vrijheid niet onbeperkt. De wet stelt grenzen bij discriminatie, smaad, laster en het aanzetten tot haat of geweld. Deze beperkingen bestaan om de rechten van anderen te beschermen. Binnen die grenzen is de vrijheid groot. Maar vrijheid van meningsuiting brengt op zichzelf geen plicht tot zorgvuldigheid met zich mee. Een burger mag selectief, ongenuanceerd of zelfs onjuist zijn in wat hij zegt, zolang het niet onwettig (bijvoorbeeld smadelijk of lasterlijk) is. 

Voor de journalistiek geldt echter iets anders. Journalistiek is geen grondrecht, zoals de vrijheid van meningsuiting. Het is een beroep, maar wel een waarvan de uitoefening beschermd wordt vanwege de rol van de pers als public watchdog. En met een maatschappelijke taak: het zorgvuldig, onafhankelijk en werkelijkheidsgetrouw informeren van het publiek. Dat gaat samen met professionele normen, zoals bijvoorbeeld controle van feiten, toepassing van hoor en wederhoor, transparantie over bronnen en het duidelijke onderscheid tussen feit en mening. Deze werkwijze onderscheidt journalistiek van zomaar meningsvorming. 

Journalisten beschikken bovendien over privileges, zoals toegang tot informatie, bronbescherming en in het geval van de publieke omroepen: financiering met publiek geld. Die privileges zijn geen vanzelfsprekendheid, maar onderdeel van de democratische rol van de journalistiek als ‘waakhond’ in onze samenleving. Daar hoort een verantwoordelijkheid bij: het naleven van journalistieke afspraken over zorgvuldigheid. 

Wanneer een redactie een journalistieke status claimt, maar zich beroept op de vrijheid van meningsuiting om deze zorgvuldigheid niet te hoeven betrachten, ontstaat een tegenstrijdigheid. Vrijheid van meningsuiting betekent dat je alles mag zeggen binnen de wet. Journalistieke vrijheid betekent dat je vrij kunt onderzoeken en publiceren, maar wél met professionele verantwoordelijkheid. 

Het principe van verantwoordelijkheid komt terug in alle journalistieke codes. Journalisten hebben de opdracht om schade te vermijden die het gevolg is van onnauwkeurigheid, misleiding of stigmatisering. Dat betekent niet dat zij niemand boos mogen maken of moeilijke onderwerpen moeten vermijden. Wel dat zij zorgvuldig moeten omgaan met hun woorden en bronnen. Journalistiek mag schuren, maar moet blijven kloppen. 

Het onderscheid tussen meningsuiting en journalistiek is belangrijk voor het vertrouwen van het publiek. Burgers moeten weten of een tekst of uitzending is gebaseerd op onderzoek en feiten, of op persoonlijke overtuiging. Wanneer redacties dat onderscheid laten vervagen, schaadt dat het vertrouwen in alle journalistieke media. 

Conclusie 

In de Code Journalistiek Handelen staat expliciet omroepmedewerkers maken in een productie duidelijk onderscheid tussen feiten, beweringen en meningen”. Dit is een bepaling die van groot belang is voor het publiek om op waarde te kunnen schatten waar het naar kijkt. In de kwestie over de video van Ongehoord Nederland ging het dus niet over het beperken van vrijheid van meningsuiting, maar over journalistieke kwaliteit en ethische afspraken. Iedereen mag een mening hebben, maar de journalistieke medewerkers van een publieke omroep zijn ook gebonden aan de normen van het vak. Dat betekent dat er eisen worden gesteld aan de manier waarop informatie wordt verzameld, gepresenteerd en gecontroleerd. 

Dat laatste geldt ook voor de communicatie tussen de redactie en iemand die over een journalistieke productie van een omroep klaagt. Ook hier gelden de generieke spelregels van het Journalistieke Handelen. Zeker als er niet op persoonlijke titel wordt gemaild maar uit naam van de redactie of omroep. In dit geval mailde de omroep onder de naam klachtencommissie. Dat dit onder zo'n algemene noemer gebeurt is verklaarbaar omdat ook Ongehoord Nederland jammer genoeg te maken heeft met bedreigingen en ander vervelend gedrag richting zijn medewerkers.  

De journalistiek is kwetsbaar genoeg zonder dat de beoefenaren zelf hun spelregels op het spel zetten. Het is van het grootste belang om zorgvuldig te zijn en duidelijk over de status van wat je als journalist zegt. Dat geldt nog eens extra als er beweringen worden gedaan over groepen mensen. Of dit nu migranten zijn of medewerkers van Ongehoord Nederland. Het helpt niemand om verdachtmakingen de wereld in te sturen zonder daadwerkelijk en feitelijk onderbouwd te laten zien hoe de vork in de steel zit. 

Waarom elke redactie een transparantie-redacteur nodig heeft
De (r)evolutie van het woord 'genocide'
De journalistieke bronnen van oorlogsinformatie
Publiek zoekt Bron
Het interview als Zwitsers zakmes
Tweede Kamerverkiezingen 2023. Deel 1: Inleiding
Deel deze pagina
Omroepen
AVROTROS