Logo

Verkiezingen 2023. Deel 2: Wat de vorm doet met de inhoud.

12 juni 2023
Tijdens de campagne voor de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen hield Team Ombudsman niet alleen bij welke politicus zich bij welk programma meldde.  Want we wilden ook meer weten over de onderwerpen van gesprek en de vorm die redacties aan de campagneberichtgeving gaven. Omdat het uitmaakt of een politicus in een reportage een quote mag afgeven of dat deze deelneemt aan een discussie of gesprek. En ook over de gespreksonderwerpen viel wel wat op te merken.

We inventariseerden met het team tussen 15 februari en 15 maart 2023 de campagneberichtgeving in elf zeer uiteenlopende journalistieke programma’s: de dagelijks uitgezonden ochtendshow en middagprogramma Goedemorgen Nederland en Nieuws&Co, de dagelijkse actualiteiten-programma’s EenVandaag en Nieuwsuur, de talkshows op tv Op1 en Khalid & Sophie en op de radio Spraakmakers en De NieuwsBV, de twee afleveringen per week van Ongehoord Nieuws en de wekelijkse discussieprogramma’s Buitenhof en WNL op Zondag.

Wij kozen er in dit onderzoek voor niet de vele dagelijkse nieuwsbulletins en artikelen van NOS Nieuws mee te nemen. We wilden deze keer onderzoeken hoe over een verkiezingscampagne bericht wordt in andere programma’s dan die de ‘eerstelijns’-verslaggeving verzorgen.

De schaarse reportage?

We keken naar de vorm waarin informatie gegoten werd over de verkiezingen, over provinciale onderwerpen of over standpunten van politici. Een aantal programma’s zoals Khalid & SophieOp1, WNL op Zondag en Buitenhof  bestaat geheel uit gesprekken met gasten. Andere programma’s kunnen in meer of mindere mate variëren in vorm: tussen een één-op-één gesprek, een reportage, of met losstaande uitspraken (quotes) in een gesprek tussen presentator en politiek verslaggever (Nieuwsuur, EenVandaag, Nieuws&Co, Spraakmakers, De NieuwsBV, Goedemorgen Nederland).

We wilden dit onderscheid in vorm graag maken omdat vormkeuze impact heeft op wat er inhoudelijk aan bod komt. Een gesprek of debat (over de debatten hier meer) leidt bij uitstek tot het toelichten of uitwisselen van standpunten. Er wordt vooral informatie naar de kijker of luisteraar gezonden, het is vaak letterlijk ‘zendingswerk’. Een reportage kan de stand van zaken over een onderwerp of thema geven, en die daadwerkelijk laten zien of horen.

Bij eerder onderzoek naar verkiezingsverslaggeving viel op dat de reportage schaars aan het worden was: politieke campagnevoering werd zo vooral een parade van pratende hoofden. Bij talkshows is dat logisch, maar ook andere programma’s kozen toen voor veel gesprekken en debatten over standpunten. Je zou, door de vele gesprekken waarin campagneverslaggeving gegoten wordt, dan bijna denken dat politieke campagnes meer om de uitspraken van de poppetjes dan om inzicht in de thema’s draaien. Maar dat leek in deze campagne cijfermatig iets minder het geval dan bij eerdere campagnes. Het aantal reportages was bijna even groot als het aantal gesprekken.

‘Leek’, inderdaad, want een aantal reportages bestond bij nader inzien uit toch vooral weer een gesprek: met een politicus op locatie in Goedemorgen Nederland, als verzameling quotes van politici, al dan niet aangevuld met quotes van publiek op straat zoals bij Ongehoord Nieuws, of quotes met wat beelden eromheen, als illustratie van een gesprek aan tafel zoals bij Khalid&Sophie.

Het is goed om in elk geval de provincie in te trekken als de verkiezingen daarover gaan. Met name op de radio gebeurde dat veel, ook bij programma’s die we niet specifiek volgden. Of het afreizen naar de provincie ook leidde tot het aan bod komen van provinciale politici is hier terug te lezen. En of de thematiek provinciaal was komt hier verderop aan bod.

Heeft de Ombudsman een voorkeur voor de reportage? Het is de vorm die de kracht van tv en radio in de breedste zin benut. Maar voorkeur doet er niet toe. Het gaat erom welke vorm voor de overdracht van specifieke informatie het meest geschikt is. Dat doet de reportage op een andere manier dan een interview of debat. De ‘klassieke’ reportage, die een ontwikkeling schetst of een verhaal vertelt, die kwam er opnieuw wat bekaaid af, behalve bij de actualiteitenprogramma’s EenVandaag en Nieuwsuur. Is dat een gemis? Wel als door het minder inzetten van die vorm bepaalde verhalen niet of minder verteld worden. Bijvoorbeeld de verhalen van ‘gewone’ burgers, die bij uitstek tot hun recht komen in reportages. Wij zagen er daarvan maar weinig.

Reportages zijn bewerkelijk, en dus duur. Dat weet de Ombudsman. Maar horen ze niet toch bij de dingen die juist de publieke omroepen moeten blijven doen? Hopelijk blijven programma’s de beeld- en geluidsverhalen opzoeken. Want hoe leuk en bijzonder die kunnen zijn, bleek uit  de serie reportages van de zogenoemde Druktemakers in De NieuwsBV. Op vijf dagen werden de vaste columnisten met een verslaggever ‘afgeschoten’ naar een regio om op zoek te gaan naar ontwikkelingen of thema’s waarvoor het provinciale bestuur verantwoordelijk is: bereikbaarheid, klimaat of wonen. Het leverde gesprekken en inzichten op die een thema op een andere manier illustreerden dan een uitwisseling van politieke standpunten zou hebben kunnen doen.

Ook podcasts kunnen een mooi platform voor reportages zijn. De Ombudsman hoorde van diverse kanten dat er bij redacties ideeën waren voor meer thematische campagnepodcasts, maar dat die de eindstreep niet haalden. Mogelijk kan bij een volgende campagne in elk geval de ondergang van de geluidsreportage definitief gestopt worden met een brede inzet van de podcast.

Klachten over reportage

EenVandaag maakte één reportage met ‘gewone stemmers’ en een bijbehorend artikel op de website waarover nogal geklaagd werd, ook bij de Ombudsman. Het ging om een gesprek met een aantal afgehaakte Forum voor Democratie-stemmers. Stemmingmakerij, vonden klagers, en haat zaaien, omdat één spreker in het artikel een nogal krasse opmerking maakte over de Forum-partijleiding.

De Ombudsman analyseerde de reportage. Er werd een actuele vraag gesteld op een toepasselijk moment, de peilingen stelden namelijk nogal teleur voor de partij. Zéér uitgesproken en teleurgestelde oud-FvD-kiezers kregen de vraag: waarom vier jaar geleden wél op de partij gestemd maar nu niet meer? Dat was geen stemmingmakerij maar een relevante vraag op een actueel moment. Duidelijk was dat het hier om meningen van sprekers ging, hen werd geen tekst in de mond gelegd, de reportage was volgens de journalistieke norm gemaakt.

De redactie vond zelf bij nader inzien de uitspraak over de partijleiding te scherp en verwijderde deze. En voegde een rectificatie toe: “Dit artikel is in eerste instantie gepubliceerd met een uitspraak van een van de sprekers die we in tweede instantie te ver vonden gaan. In een nieuwe versie is die uitspraak weggehaald uit het artikel.”  Transparant, zoals de Ombudsman dat graag ziet.

In gesprek of alleen besproken?

Hoe een politicus in campagnetijd in een programma voorkomt, maakt uiteraard verschil. Wie in gesprek kan gaan, kan meer van zijn standpunten of haar politieke doelen laten zien dan wie een quootje mag afgeven of zelfs alleen maar besproken wordt. Eén op één gesprekken zetten uiteraard meer inhoudelijke zoden aan de dijk dan flardjes reacties op de ophef van de dag als inleiding op een discussie aan een talkshowtafel.

De onderzochte programma’s kozen ditmaal weinig voor het één op één gesprek. Logisch, omdat er bij provinciale verkiezingen minder nadruk ligt op één leider die voor de partij de stemmen moet trekken. Grotere partijen verdeelden de zendtijdkoek over meerdere – zij het meestal landelijke – politici. Kleinere partijen bleven wel aangewezen op één gezicht. Zeker bij de BBB droeg dat bij aan het gevoel dat de fractieleider ‘alomtegenwoordig’ was. Maar ons onderzoek laat zien dat zij bij de publieke omroepen niet buitensporig ruimte kreeg, die alomtegenwoordigheid moet dan dus ook door programma’s op andere kanalen komen. Zo maakten bepaalde niet-politieke partijen tijd vrij voor de telegenieke Van der Plas waar ze dat normaal nauwelijks doen voor politici, laat staan voor hun standpunten.

In eerder onderzoek hadden wij onderzoeksgegevens van derden over de lengte van optredens van politici. Dat kon een indicatie geven voor de inhoudelijke ruimte die politici kregen. Helaas was het ditmaal niet mogelijk om dat bij te houden. Wel zagen we bij enkele programma’s dat het aantal optredens van een politicus of partij niet veel zei over de inhoudelijkheid van de bijdrage. Zo kwamen politici van JA21 wellicht het meest voor in uitzendingen van Ongehoord Nieuws, maar alleen via korte quotes en zonder de gelegenheid om in te gaan op opmerkingen in de studio. Dat gold ook voor D66. Politici van PVV, FvD en BVNL zaten dan juist weer wel in de studio bij ON en droegen op diverse momenten in de uitzending bij aan gesprek en discussie.

Kijk je met die blik naar de programma’s, dan blijft op zich de grootverbruiker van campagnezendtijd nog steeds de VVD, met diverse politici van die partij, zowel in gesprekken als in reportages. Maar je ziet ook dat bepaalde politici zich niet op de losse quootjes maar wel op het langere gesprek richtten, zoals bijvoorbeeld de fractievoorzitters in de Tweede Kamer van D66, Volt en de Partij voor de Dieren. Juist die langere gesprekken kunnen bijdragen aan het gevoel dat bepaalde partijen meer te zien of te horen waren, terwijl dat getalsmatig niet zo was.

Wij hebben niet onderzocht waarom politici wel of niet bij programma’s verschenen, wel weten we uit eerder onderzoek naar het uitnodigingsbeleid van programma’s dat politici (of hun voorlichters) zelf uitgesproken keuzes maken voor of juist tegen een programma of omroep. Dat kan zorgen voor een indruk van partijdigheid die lastig te onderscheiden is van daadwerkelijke partijdigheid. Het zou voor de transparantie goed zijn als programma’s wat meer inzicht in hun uitnodigingsbeleid zouden geven. Dat zou onterechte verwijten van eenzijdigheid wellicht kunnen helpen voorkomen.

Waarover spraken zij?

Kijk je scherper naar de inhoud van de campagneberichtgeving van de laatste zes weken voor de Provinciale en Waterschapsverkiezingen, dan zag je vooral ‘groene’ thema’s. Waar bij andere campagnes de verkiezingsthema’s van ‘klassiek rechts’ (economie, veiligheid, migratie) het gesprek bepaalden, ditmaal waren het de vanouds ‘linksere’ onderwerpen als milieu (stikstof, landbouw) en natuur wat de klok sloeg. Niet gek want dat zijn thema’s die sterk spelen én waarover de provinciebesturen daadwerkelijk veel te zeggen hebben. Van plattelands- en natuurbeheer tot milieuvergunningen en ruimtelijke inrichting.

Er kwam wat weinig blauw langs, dat zal het oplettend publiek niet ontgaan zijn: er was zeer beperkt aandacht voor water of de waterschappen, laat staan voor de kandidaten voor de waterschapsbesturen of hun standpunten. Er kwamen welgeteld twee potentiele waterschapsbestuurders aan het woord in de honderden campagne-items.

Ook de breedte van de taken die provincies (of de waterschappen) hebben kwam niet over de hele linie aan bod. Regionale bereikbaarheid werd door enkele programma’s opgepakt, bijvoorbeeld in het debat met Eerste Kamerlijsttrekkers in WNL op Zondag., Maar regionale economische ontwikkelingen nauwelijks, en welzijn en cultuur heeft de Ombudsman helemaal gemist.

Nu houdt de Ombudsman zich verre van oordelen over onderwerpskeuze. De vrijheid van redacties om zelf die keuzes te maken, staat in de wet. Maar een bijna exclusieve focus op één enkel beleidsterrein, zoals ditmaal landbouw en natuur, beperkt de informatievoorziening aan kijkers en luisteraars. En het leidde ook tot de verzuchting bij het publiek dat zich tot ons wendde dat het steeds dezelfde hoofden dezelfde onderwerpen zag en hoorde bespreken. Verandering van spijs doet eten, een oude wijsheid die ook bij campagneberichtgeving kan werken. Maar verplichten kunnen we bij team Ombudsman die broodnodige variatie niet.

Politiek navelstaren

Verder was er in nogal wat campagneberichtgeving aandacht voor de politiek en de politici zélf, en dan vooral de landelijke politiek. Niet helemaal onlogisch,  door de rol van Gedeputeerde Staten van de provincies bij het samenstellen van de Eerste Kamer. Maar rechtvaardigt dit dat men in het ene programma ging debatteren over wie er in het andere programma aan tafel mocht zitten? Het voelt al snel als politiek navelstaren en zonde van de zendtijd. Al valt er over opzet, samenstelling en nut van klassieke debatten genoeg te zeggen, lees daar hier meer over.

De aandacht voor de politiek zelf vertaalde zich in de sprekerskeuze van programma’s: er was een overmaat aan landelijke kopstukken. En het leidde ook tot gesprekken en reportages met nogal wat afstand tot de daadwerkelijke provinciale materie, zelfs als de thematiek wel provinciaal van aard was. Senatoren, Tweede Kamerleden of zelfs ministers die níet aan het stuur zitten in de provincie maar zich wel tot allerlei uitspraken laten verleiden over wat daar moet of gaat gebeuren.

Niet alleen in hoge mate speculatief, maar het kan ook risicovol zijn: in een aantal provincies laten gedeputeerden nu bij collegeonderhandelingen zien dat ze zich van de landelijke koers of voorkeuren van hun partij maar matig iets aantrekken. Die onafhankelijke opstelling van gekozenen hoeft niet als een verrassing te komen, maar kan het wel zijn voor die kijker en luisteraar die steeds weer de landelijke kopstukken voorgeschoteld kreeg. Niet alles kan worden teruggebracht tot stemverhoudingen in de Eerste Kamer. Maar op sommige dagen tijdens deze campagne leek het daar in de onderzochte journalistieke programma’s wel op.

Deel 1: Wie zat waar?
Deel 3: Dit deden de debatten deze verkiezingen.
Venijn in één woord
Swifties misleid in respectloze video
Omvolking, een omstreden gespreksonderwerp
De ene mossel is de andere niet. Of wel?
Is het oorlog of genocide?
Weinig ruimte voor studiogast
Deel deze pagina
Omroepen
AVROTROS