De rechtspraak betwijfeld

ANP
Waarschijnlijk weet elke Fransman of Française ook over een aantal jaar nog waar men was toen het bericht kwam over de veroordeling van Marine Le Pen. En dat ze daardoor waarschijnlijk niet mee mag doen aan de presidentsverkiezingen van 2027. Ze liep boos de rechtszaal uit en verklaarde slachtoffer te zijn van een politiek proces. Ook Nederlandse media berichtten er uitgebreid over. Journaals en kranten openden ermee, opinieprogramma’s en talkshowtafels spraken er over. Maar welke invalshoek domineerde?
Je kunt je na de alinea hierboven vertwijfeld afvragen: “Maar wát had Le Pen nou feitelijk gedaan?”. En dat is precies het punt dat de Ombudsman hier wil maken. Waar bleven de feiten? Nogal wat media deden wat de alinea hierboven deed: allereerst of zelfs vooral belichten dat Le Pen zich slachtoffer voelde van politiek gemotiveerde rechtspraak. “Bury the lead”, noemen de Engelsen het. Essentiële informatie uit het nieuws kan ermee behoorlijk uit het zicht verdwijnen.
Wat mee te nemen in een item, en waar zet je het? Was het nieuws dat Le Pen waarschijnlijk in 2027 niet mee mag doen aan de presidentverkiezingen? Of hoorde daaraan vooraf te gaan dat ze dat niet mag van de wet? Omdat ze schuldig werd bevonden aan verduistering van miljoenen euro’s aan EU-geld? En dat de rechter die het vonnis uitsprak haar dus niet ‘zomaar’ veroordeelde?
Het beeld van de uit de rechtszaal weglopende politica ging in nogal wat items, artikelen en gesprekken vooraf aan de uitleg dat hier volgens de Franse wet recht was gesproken. Pakkend beeld, dat zeker. Stevige quotes had Le Pen ook: ze was slachtoffer van politieke rechtspraak en geen pleger van fraude. Uitstekende televisie, zullen sommigen vinden. Maar waar keken we naar?
Essentiële informatie
Even terug naar de journalistieke basis. In journalistiek-ethische codes staat doorgaans niet veel over hoe je de keuze maakt wat wel en niet te publiceren. Een redactie kan sowieso zelf bepalen waarover men bericht, in Nederland is die redactionele autonomie verankerd in verdragen, (grond)wetten en rechterlijke uitspraken. Dat maakt zo’n besluit wat wel of niet te verslaan niet minder ingrijpend. Het Amerikaanse Ethics&Journalism schreef onlangs: “De meeste ethische codes voor redacties richten zich primair op het maken van verhalen, op de principes van nauwkeurigheid, transparantie en eerlijkheid. Maar de principes hoe je ethisch verhaalkeuzes maakt, zijn net zo belangrijk, ondanks dat ze meestal verwaarloosd worden. De vraag wát we kiezen om te verslaan of te negeren gaat aan alle andere vooraf en doet direct een beroep op onze persoonlijke en professionele waarden. Want proberen we uiteindelijk het publiek te helpen iets te begrijpen of proberen we ze richting onze set van overtuigingen te sturen?”
Redacties hebben criteria voor wat nieuwswaarde heeft. Dat gaat op basis van elementen als ‘nieuw’, ‘ongebruikelijk’, ‘relevant voor de samenleving’ of ‘van belang voor veel mensen’, zoals persbureau ANP uitlegt. Het Klokhuis maakte er onlangs een zeer bezienswaardige uitzending over; ook voor volwassenen zijn alle vier afleveringen over journalistiek heel verhelderend overigens.
Al geeft recent Amerikaans onderzoek aan dat het publiek ook steeds meer zélf bepaalt wat nieuwswaardig is, we lijken het in de journalistiek meestal wel eens over die basale nieuwscriteria. Maar áls je dan besloten hebt dát je ergens over bericht, hoe bepaal je dan wat er minimaal in zo’n bericht moet zitten? Naast allerlei zaken die over het handwerk van nieuwsmaken gaan, zegt de Code Journalistiek Handelen van de publieke omroepen dan hoofdzakelijk dat berichtgeving “waarheidsgetrouw” moet zijn. Dat kan je vertalen als: je bericht bevat tenminste die informatie die de werkelijkheid weergeeft en die het publiek nodig heeft om te kunnen begrijpen wat er aan de hand is. Maar wanneer maakt dan het weglaten van informatie een bericht dusdanig niet-werkelijkheidsgetrouw dat de Ombudsman ernaar moet kijken?
Concreet in de casus-Le Pen: zij is niet de eerste of de enige die tegen de wet in kwestie oploopt. Meerdere Franse politici gingen haar hierin voor, ook ter linkerzijde. Het ging om díe zaken toen in 2013 en 2016 de wetten werden aangenomen die verduistering van publiek geld door politici strafbaar stelt en hen het passief kiesrecht ontneemt. Volgens analyses zou Le Pen er zelf uitgesproken voorstander van geweest zijn. Nu het haar zelf betrof, stelde ze dat haar onrecht is aangedaan. Met deze informatie geef je bruikbare context. Maar als je maar beperkte ruimte in je nieuwsbericht hebt, kán je voor voldoende begrip van wat er speelt ook zonder deze aanvullingen.
Als je van de Code Journalistiek Handelen “waarheidsgetrouw” moet zijn, kan je echter níet zonder de volgende informatie: dat een rechter na onderzoek en weging van bewijsmateriaal oordeelde dat het door Le Pen plegen van een strafbaar feit overtuigend werd aangetoond. Waarom je niet zonder kan? Dan zou je bericht ook heel anders begrepen kunnen worden. Bijvoorbeeld dat de uitspraak Le Pen doelbewust politiek buitenspel moest zetten en niet dat dit de manier is waarop men in de democratische rechtsstaat Frankrijk met dit specifieke strafbare feit omgaat. Zonder deze informatie zou het beeld dat geschetst werd dusdanig onvolledig zijn dat het de werkelijkheid geweld zou aandoen. Er lijkt dus wel een ondergrens aan de redactionele autonomie te zijn.
Wat plaats je wáár
Als journalist vraag je je dus uiteraard af wat je in je verhaal meeneemt, maar ook hoe je je berichtgeving opbouwt. Zodat je publiek snel en eenvoudig maar vooral precies begrijpt wat je wilt meedelen. Bij begrip en onthouden is de volgorde van informatieverstrekking heel belangrijk. Het oudste onderzoek naar dit zogenoemde serial position effect stamt al uit de late 19de eeuw. Het geldt ook in de journalistiek: wat je wáár plaatst, is van invloed op wat en hoe goed het publiek je nieuws onthoudt.
De spreekwoordelijke eerste klap is ook in tijden van euro’s nog steeds een daalder waard. Dat blijkt uit het primacy effect: de eerste informatie wordt vaak het best onthouden. Vertaald naar de journalistiek: je belangrijkste nieuws zet je bovenaan. Niet iedereen leest een artikel helemaal uit en vooral headlines en koppen worden onthouden.
Maar ook de aan het eind van een reeks of opsomming gegeven informatie blijft bij, zo blijkt uit het recency effect. Bij een tv-journaal wachten kijkers graag nog op het weer. Op de dag van de veroordeling van Le Pen kwam het NOS Journaal van 20 uur ná de weervrouw nog met een nét binnengekomen quote van de politica. Daarin stelde ze nog eens dat ze slachtoffer van politiek gemotiveerde rechtspraak is. Mooi actueel dat die quote de uitzending nog haalde, zeggen wij als professionals. Maar het is niet meer de plek in de uitzending waar je nog aan veel achtergrond en duiding kunt doen. De toevoeging die de correspondent hier nog gaf, was dat Le Pen het “een zwarte dag voor de democratie” noemde. En zo bleef de kijker mogelijk achter met díe quote en dát beeld.
“Flagrante nonsens”-invalshoek?
Juist het aspect van de rechter die zich bij de veroordeling op de wet baseert (cursivering van de Ombudsman), het punt dat essentieel was om de werkelijkheid onder de berichtgeving te leggen, kon in bepaalde artikelen of items als het ware ‘uit het zicht’ raken door de nadruk op de reactie van Le Pen. Zo kon het gaan lijken alsof hier een politicus veroordeeld was om wie ze is of wat ze vindt in plaats van om wat ze deed. Een insteek die Le Pen en haar achterban zichtbaar omarmden.
We zien het internationaal, maar ook in de Nederlandse politiek, schreven diverse media nadat het eerste stof rond Le Pen was neergedaald. Met name aan de rechterkant van de politieke waaier en in rechts-georiënteerde media wordt geregeld en zonder toelichting gesteld dat rechters ‘links’ zijn. Dan worden bepaalde rechterlijke uitspraken politiek gestuurd genoemd. En daar wijst men erop dat vooral ‘rechtse’ politici voor hun ‘ongewenste mening’ worden vervolgd.
Bij ons kwamen vragen over een aflevering van Ongehoord Nieuws. In de uitzending namen de presentator en de gasten de uitspraak van de Franse rechter over Le Pen als voorbeeld van politisering van de gehele rechtspraak, ook in Nederland. Een kijker schreef ons en de omroep: “Dit suggereert dat die “politieke elite” rechters aan een touwtje heeft en die kennelijk naar believen vonnissen kan laten uitspreken om hun tegenstanders aan te pakken. Dat is, bewijsbare, flagrante nonsens.”
Wie beweert, moet onderbouwen
Het programma besprak eerder dat bepaalde rechtszaken in Nederland politiek gemotiveerd zouden zijn, bijvoorbeeld de rechtszaak tegen ON-presentator Blommestijn. Kijkers klaagden daarover bij de Ombudsman in het najaar van 2024. In meerdere uitzendingen zou “bewust een eenzijdig, onjuist en oneerlijk beeld” gegeven worden van de strafrechtelijke vervolging van Blommestijn, maar ook van diverse politici op rechts. “Daarmee wordt een vals narratief gepresenteerd,” schreef een kijker. De omroep stelde daarop dat discussie over de feilbaarheid van rechters de rechtspraak uiteindelijk beter maakt.
Uiteraard is niemand onfeilbaar. Aan alles en iedereen mag worden getwijfeld, ook aan rechters en het Openbaar Ministerie (OM). Zij staan niet per definitie boven kritiek. En het is bij uitstek de taak van journalisten om mensen met belangrijke functies in onze samenleving –én de besluiten die zij nemen– te bevragen.
Maar wie stelt aan de motieven van rechters en het OM te twijfelen en hen beschuldigt van politisering van processen, zal zo’n zware claim moeten onderbouwen. Een uitspraak van een rechter is namelijk niet zomaar een mening die gelijk te stellen is aan een willekeurige andere. En een suggestie van links zijn is niet hetzelfde als bewijs daarvoor.
Rechters hebben in een rechtstaat het laatste woord bij conflicten, strafbare feiten of een misdaad. Het OM brengt in Nederland verdachten voor de (straf)rechter en doet onderzoek naar (bewijs voor gepleegde) feiten. Het oordeel van de rechter op grond van die feiten is bindend. De persoonlijke mening van de rechter heeft geen invloed. Op de website van de rechtspraak staat het zo: “Een rechter schakelt zijn persoonlijke meningen altijd uit tijdens een rechtszaak. Hij kijkt puur naar de feiten, de wet en omstandigheden. Wat hij als privépersoon denkt, doet niet ter zake.” Als iemand toch het idee heeft dat de rechter partijdig staat in een zaak, kan deze verzoeken om de rechter te laten vervangen. Zo’n verzoek moet wel feitelijk onderbouwd worden en wordt daarop beoordeeld. En wie het niet eens is met een vonnis, kan in hoger beroep gaan. Een hogere rechter kijkt dan opnieuw naar de zaak.
Onderbouwing voor het betwijfelen van de motieven van de rechters werd in de uitzendingen van Ongehoord Nieuws waarover geklaagd werd niet of nauwelijks gegeven, er werd zonder omhaal gesteld dat ze “links” zijn. Er wordt regelmatig bericht over onderzoek naar de invloed van persoonlijke of politieke voorkeuren van rechters. Maar die wordt niet voldoende bewezen geacht.
Daarnaast werden rechters en het OM hier beschuldigd van het politiseren van het recht. Wie beschuldigd wordt, hoort volgens de journalistieke normen wederhoor te krijgen. In een reactie aan ons stelde de omroep dat het perspectief van het OM voldoende aan bod was gekomen door vragen te stellen over het OM aan de gasten aan tafel. Maar vragen aan derden zijn iets anders dan het weergeven van wederhoor van een beschuldigde. Die moet zelf voldoende gelegenheid krijgen om te reageren en bij voorkeur in dezelfde productie. Dat gebeurde hier niet. De omroep schreef ons wel dat men “alert” wil blijven op het zoeken van voldoende wederhoor.
Blijven herhalen
Terug naar Le Pen en haar veroordeling wegens verduistering. Het slachtoffer-frame schoot wel wortel. In de dagen na het vonnis moest de Franse rechter die het uitsprak beveiligd worden tegen boze partijaanhang. Die ging een week later ook de straat op om te demonstreren tegen de ‘politieke veroordeling’. Ook die demonstraties kregen aandacht, bijvoorbeeld in Nieuwsuur. Daarin kwamen voor- en tegenstanders van dat ‘politieke’ etiket op de uitspraak aan het woord.
Moet je dan nu élke keer dat je over deze zaak spreekt of schrijft blijven herhalen dat het hier om een rechterlijk oordeel op grond van bewezen geachte feiten gaat? Toch wel, al zal dat niet elke keer even uitgebreid kunnen. Maar ook in koppen, Instagram posts of headlines moeten geen misverstanden kunnen sluipen. Journalisten moeten zich verantwoordelijk blijven voelen voor het delen van voldoende en werkelijkheidsgetrouwe informatie, zodat het publiek de feiten helder houdt of krijgt.
Dat vinden ook journalisten zelf. In een discussie bij Spraakmakers op NPORadio1 één dag na de grote Le Pen-demonstratie in Frankrijk zei hoofdredacteur van de VPRO Sarah Sylbing: “Je moet niet alleen de partijen aan het woord laten, je moet de feiten uitleggen.” Denker der Nederlanden David van Reybroeck formuleerde het in de radio-uitzending zo: “De rechter heeft feiten vastgesteld. En Marine Le Pen doet er nu alles aan om daar meningen van te maken. Zij probeert dat frame te leggen bovenop het frame dat de rechter heeft vastgelegd. Maar het gaat hier om grootschalig en langdurig misbruik. ’t Is diefstal.” Dáárvoor werd Le Pen veroordeeld. En daar was geen woord Frans bij.