Podcast over volkstuinen: onenigheid over wederhoor
In de podcast Onkruid in het Paradijs van Omroep MAX volgt maker Silvia Bromet de tuinders van Tuinpark Buitenzorg in hun pogingen om van hun geliefde tuincomplex weer een paradijs te maken. Dat is echter nog niet zo makkelijk, zo blijkt uit de verhalen die voorbijkomen in de zes afleveringen. Er zijn spanningen en conflicten tussen de tuinders, die hoog oplopen. Ook de podcast zelf zorgt voor onenigheid, zo blijkt uit een klacht die binnenkomt bij de Ombudsman.
“Graag wil ik benadrukken dat mijn klacht zich niet richt tegen de persoonlijke verhalen van tuinders maar tegen het benoemen van de (recente) spanningen op het tuinpark.” Zo schrijft één van de tuinders in een mail begin november. “Het op zoek gaan naar problemen door mevrouw Bromet en hier geen vinger achter krijgen. Het ongelijke speelveld van tuinders om over spanningen te praten vanwege het bestaan van tuchtrecht voor tuinders.”
Volgens de tuinder is de podcastmaker in haar zoektocht naar hoe het er aan toe gaat op het tuinpark te makkelijk voorbijgegaan aan het doen van hoor- en wederhoor bij beschuldigingen die gedaan worden door sommige sprekers. Bovendien zouden er namen van betrokkenen genoemd zijn waarmee er onzorgvuldig zou zijn omgesprongen met de privacy. Ook zou niet iedereen vrijuit kunnen spreken over wat er wel of niet gaande is op het tuinpark, omdat dat niet mag van het tuchtrecht van tuinders.
Dit laatste laat de tuinder ook weten aan de redactie van de podcast. Ze mailt op 21 oktober aan de redactie: “Gezien de nadruk die in de podcast gelegd wordt op de spanningen op het tuinpark en het oneerlijke speelveld van de tuinders hierin, vind ik dat de podcast offline hoort te gaan. (…) mevrouw Bromet wist tijdens de opnames al dat kritische tuinders zich niet voor haar microfoon konden uitspreken. Dat er geen sprake kon zijn van wederhoor vanwege het tuchtreglement.”
De redactie en de klagende tuinder komen er onderling niet uit. De podcast blijft online staan en de redactie blijft achter de inhoud staan. Reden voor de tuinder om aan de Ombudsman te vragen er onderzoek naar te doen. De Ombudsman doet dat aan de hand van de Code Journalistiek Handelen. Het draait daarbij in dit geval om de regels over hoor- en wederhoor en over de privacy. Over dat laatste staat in de code: “Bescherming van privacy is altijd een afweging bij het maken van journalistieke producties. De privacy van mensen mag worden aangetast wanneer dit in redelijke verhouding staat tot het publieke belang van de publicatie.”
De ombudsman zal dus bekijken in hoeverre er door de makers op een goede manier is omgegaan met de verschillende beschuldigingen die voorbijkomen in de podcast. We kijken daarbij niet alleen naar hoor- en wederhoor, maar ook naar of het duidelijk is of er over feiten of meningen wordt gesproken. Ook zullen we bekijken in hoeverre het tuchtrecht waar de tuinder over spreekt, van invloed zou kunnen zijn op de podcast. Wat wel belangrijk is om bij voorbaat al duidelijk te maken is dat de Ombudsman er niet voor zal kunnen zorgen dat de podcast offline gehaald wordt. Dit is een beslissing die enkel bij de redactie ligt of door een rechter kan worden opgelegd.
Is het journalistiek of niet?
De eerste vraag die beantwoord moet worden is echter of deze podcast journalistiek is of niet. De makers zijn daar namelijk zelf niet zo zeker van. Zo omschrijven ze de podcast als een audiodocusoap. Ook in antwoord aan de mailer is de redactie vrij stellig. Ze schrijven dat er “evident geen sprake is van een journalistieke productie”.
Zo evident is dat voor de Ombudsman echter niet. De discussie over wat wel of niet journalistiek is, is een ingewikkelde. Het is ook een vraag die regelmatig in de rechtspraak voorbijkomt. Zo bepaalde het Europese Hof van Justitie in 2008 dat “‘Journalistieke activiteiten’ alle activiteiten zijn die bekendmaking van informatie, meningen of ideeën aan het publiek als doel hebben”. Dit is een wel heel brede definitie van wat je als journalistiek zou kunnen zien. Ook Nederlandse rechters komen wat dat betreft soms tot verassende uitspraken. Zo werd juicevlogger Yvonne Coldeweijer in 2023 door de rechter gebombardeerd tot journalist. Een uitspraak die tot enige verbazing leidde bij onder andere de Nederlandse Vereniging van Journalisten.
Journalistiek is in Nederland geen beschermd beroep en in theorie kan iedereen zich dus journalist noemen. Of in elk geval kan iedereen ‘journalistiek handelen’. Dit laatste komt ook terug in het Genrebeleidsplan Journalistiek dat de NPO in 2022 uitbracht. Daarin stond over journalistiek: “Media-aanbod waarin actuele en objectieve (nieuws)feiten, achtergronden en onthullende zaken en geprofileerde meningen daarover volgens een journalistieke werkwijze worden behandeld.”
Nadat de Ombudsman extra uitleg vraagt aan de redactie van de podcast over waarom Onkruid in het Paradijs geen journalistiek is, schrijft de redactie: “Er is in onze ogen geen sprake van (onderzoeks)journalistiek. Zo is de serie ook niet gepresenteerd. Maakster Silvia is niet op zoek gegaan naar de oorzaak van het conflict, en benoemt dat ook in haar voice overs. Ook valt de serie niet onder het genre journalistiek: dit betreft een NPO Luister podcast, en geen NPO Radio 1 podcast, waaronder journalistieke podcasts vallen.”
Deze laatste opmerking is wat betreft de Ombudsman vrij formeel. Voor een maker die werkt binnen het complexe systeem van omroepen, platforms en genres zal het misschien logisch zijn dat hier sprake is van duidelijk gescheiden werelden. Voor het publiek zal het lang zo duidelijk niet zijn. Er komt toch iemand met een microfoon langs om namens een publieke omroep opnames te maken van iets dat zich in het hier en nu afspeelt, om die informatie vervolgens te delen met het publiek? Het is dan misschien geen groot schokkend wereldnieuws of van algemeen belang, maar hier komt wel een buitenstaander langs om een actueel verhaal op te tekenen voor een publiek buiten de direct betrokkenen.
‘Journalistiek handelen’
Eén van de belangrijkste dingen waarvan je zou kunnen beargumenteren dat dat journalisten anders maakt dan vloggers, schrijvers of verhalenvertellers is dat ze transparant zijn over de manier waarop ze werken. Dat ze werken volgens vooraf opgeschreven ethische codes, waarop je de journalist ook af mag rekenen. Het werk dat ze doen is controleerbaar en goed onderbouwd.
Of iemand wel of niet journalistiek bezig is hangt dan ook niet zo zeer af van de verschijningsvorm, maar van de werkwijze. De ethische code van de publieke omroep heeft dan ook niet voor niets de naam “Code Journalistiek Handelen” gekregen. In de inleiding van de code staat: “Deze code geldt voor journalistiek handelen verricht voor de landelijke publieke media-instellingen bij het verzorgen van producties voor de diverse aanbodkanalen van de NPO op het gebied van nieuws, informatie en educatie.”
Dat de maker van de podcast Onkruid in het Paradijs wel degelijk journalistiek gehandeld heeft geeft ook de redactie aan in haar mail aan de Ombudsman. De redactie schrijft: “Dat neemt overigens niet weg dat Silvia Bromet wel degelijk journalistiek te werk is gegaan en zorgvuldig in haar manier van handelen is geweest.” Er is dus ook volgens de makers zelf wel degelijk sprake van journalistiek werken, zelfs als je over het eindproduct zou kunnen twisten. Dit betekent dat dus van de maker verwacht mag worden dat zij zich aan de ethische regels van de code houdt.
Onrust in de podcast
De podcastserie draait om het reilen en zeilen van een volkstuin in Amsterdam. Het gaat over bedreigingen van buitenaf, van projectontwikkelaars die de grond van de tuinen maar wat graag zouden willen hebben. Maar ook over bedreigingen van binnenuit: onenigheid tussen de tuinders zelf. De onderlinge ruzies waar in afleveringen drie en vier over wordt gesproken, gaan gepaard met stevige beschuldigingen over drankmisbruik, fraude en zelfs doodsbedreigingen.
In de Code Journalistiek Handelen staat dat je mensen of organisaties die beschuldigd worden de kans moet geven om op die beschuldigingen in te gaan. Maar wat nou als de beschuldigde nooit met naam genoemd wordt? In de podcast komt een aantal beschuldigingen voorbij waarbij de beschuldigde niet aan het woord komt, maar ook niet geïdentificeerd wordt. Ongetwijfeld weten de mensen op de tuinen precies over wie er gesproken wordt, maar voor de luisteraar blijft de beschuldigde onbekend.
Toch lijkt het er op dat de podcastmaker wel degelijk geprobeerd heeft om met de 'andere partij' in contact te komen. Maar die wil niet voor de microfoon reageren. In de podcast zegt Bromet daarover: “Ik vind het jammer dat sommige tuinders de problemen verborgen willen houden voor me. Maar wat de tuinders met mij willen delen is natuurlijk aan hen. Wat ik alleen niet begrijp is dat je wegloopt bij een vergadering van je eigen gemeenschap waar je allerlei kritiek op hebt. Ik hoorde andere ontevreden tuinders hier trouwens ook niet. Wat weerhoudt ze ervan om hun commentaar te delen hier en nu?”
De beschuldigde partij wil dus zelf geen reactie geven. Door dit te benoemen in de podcast hebben Bromet en haar redactie voldaan aan de vereisten omtrent wederhoor. Toch is er ruimte voor verbetering. Er is namelijk een reden waarom deze tuinders niet met de podcastmaker willen praten. Dit komt, zoals al eerder benoemd, door het tuchtrecht zoals dat staat in de statuten en regelementen van de Bond van Volkstuinders in Amsterdam.
De tuinder die zich meldt bij de redactie en bij de Ombudsman wijst specifiek op artikel 7, lid 1, sub c. Vrij vertaald staat daar dat tuinders gestraft kunnen worden als ze iets doen dat de bond of één van haar afdelingen schaadt. Uit angst voor eventuele straf zou dat er voor kunnen zorgen dat deze tuinders liever hun mond houden. De Ombudsman snapt het argument van de tuinder en het was wat dat betreft goed geweest als de podcastmaker dit element had benoemd. Dat had het voor de luisteraar nog helderder gemaakt waarom sommige tuinders niet willen reageren voor de microfoon.
Transparantie
Belangrijk onderdeel van journalistiek werk is dat je transparant bent over wat je doet. Naar je geïnterviewden, maar zeker ook naar de luisteraar. Die moet weten wat je wel en niet gaat doen in het verhaal dat je aan het vertellen bent. Bromet schetst de onenigheid die er is, maar maakt in de podcast ook meteen duidelijk wat het doel en de reikwijdte van haar podcast is.
Zo zegt ze in één van de afleveringen: “Er speelt van alles. Dat is wel duidelijk. Iets met geld te veel of te weinig in kas, vriendjespolitiek, intimidatie en bedreigingen. De mensen die echt ontevreden zijn willen me niet te woord staan. En ik ben er ook niet op uit om alles tot op de bodem uit te zoeken. Wat ik wil horen is hoe een mini-samenleving omgaat met verdeeldheid binnen de gelederen."
Het laat de luisteraar achter zonder duidelijke ontknoping van wat er precies speelt op de volkstuinen. Dat mogen sommige luisteraars jammer vinden, maar dat er hier geen sprake is van onderzoeksjournalistiek is vanaf het begin duidelijk. Bromet geeft aan welke keuzes ze maakt en over die keuzes gaan alleen zij en haar redactie. Zij bepalen wat ze wel en niet in de podcast voorbij willen laten komen en wie ze aan het woord willen laten. Deze redactionele autonomie is een belangrijk onderdeel van persvrijheid en is ook opgenomen in de mediawet. De keuze die Bromet maakt is duidelijk. De podcast gaat over hoe deze "mini-samenleving" functioneert. De podcastmaker laat vooral zien wat het betekent dat er onrust en gedoe is. En hoe de tuinders dit proberen op te lossen.
Conclusie
De podcast van Bromet is misschien geen harde journalistiek over een groot maatschappelijk vraagstuk of een gebeurtenis op het wereldtoneel. Maar het is wel een waargebeurd verhaal dat zich afspeelt in het hier en nu. Ook de redactie zelf geeft al aan dat er journalistiek gehandeld is. Bromet gaat met haar microfoon naar de tuinders en tekent hún verhalen over hún dagelijkse realiteit op.
Volgens de Code Journalistiek Handelen moet er bij een beschuldiging aan wederhoor worden gedaan. Dat is hier niet of nauwelijks gebeurd, maar het is wel degelijk geprobeerd. Dat de 'andere partij' niet wilde is de programmamaker niet aan te rekenen. Wel was het beter geweest om in de voice over niet alleen dát te zeggen, maar in elk geval ook iets over het tuchtrecht dat daarin een rol zou kunnen spelen.