Het interview als Zwitsers zakmes
Hetzelfde programma, maar grote verschillen in interviews. De ene keer onderbreekt de presentator veel en dwingend, een andere keer kan een gast uitgebreid uitleg geven. Willekeur, klaagt een kijker, en persoonlijke voorkeur van de presentator. Of hadden de gesprekken misschien een ander doel?
Een kijker klaagde bij de Ombudsman over diverse uitzendingen van WNL op Zondag: hij vergeleek de uitzending waarin de fractievoorzitter van de PVV te gast was met een aflevering waarin gesprekken gevoerd werden over Oekraïne met onder meer de heren De Wijk en Bouwmeester. De klacht was enerzijds dat de presentator van het programma te veel onderbrak en doorvroeg en anderzijds dat hij te weinig doorvroeg omdat hem dat niet zou uitkomen.
Interviewen als vak
De klager beschreef hiermee eigenlijk willekeur in behandeling van gasten en meende persoonlijke voorkeuren van de presentator te merken. Hij stelde dit veel vaker bij het programma te zien, en ook bij andere programma’s van de omroep. Maar de Ombudsman ziet iets anders: hoe een programma per onderwerp en gast bepaalt welke interviewvorm voor de kijker de beste en bruikbare informatie oplevert.
Ook al worden in de journalistiek steeds nieuwe methoden en technieken ingezet, van data-analyse tot open source intelligence, vroeg of laat zal een journalist iemand interviewen over een onderwerp. Het interview is nog altijd de meest gebruikte manier om informatie te vergaren en te delen. Maar niet ieder gesprek heeft hetzelfde journalistieke doel, en dus zal de interview-aanpak ook wisselen. En dat was wat de kijker kreeg maar niet wilde hebben.
Confronterend interview
Het gesprek in WNL op Zondag met de fractievoorzitter van de PVV was een stevig gesprek, waarin de presentator een strakke gesprekslijn voerde, omdat hij van zijn gast duidelijke antwoorden wilde krijgen op zijn vragen. Hij wilde de politicus confronteren met diens eigen opvattingen. Zo’n ‘confronterend interview’ is een vorm die in een gesprek met een politicus vaak gekozen wordt voor de kijker om duidelijkheid over politieke standpunten te verkrijgen.
De presentator maakte hiervoor in dit geval gebruik van de techniek om een gast kort en ‘bij zijn eigen woorden’ te houden: niet laten uitweiden of een antwoord laten vermijden, maar onderbreken als omzwervingen dreigen en ingrijpen als er geen antwoord komt. Er wordt dan doorgevraagd naar onderbouwing van beweringen of meningen, in een snelle heen-en-weer gaande wisseling van woorden. Dat kan bij een kijker leiden tot het gevoel dat een spreker extra hard wordt aangepakt, maar dat is niet per definitie wat er gebeurt.
Politici zijn deze stijl van interviewen gewend. De politicus die in dit geval ondervraagd werd, is een van de langst zittende in Nederland en is zeer bekend met en ervaren in het voeren van zo’n gesprek. Daarnaast kiest deze politicus zelf zijn interviewers en podium, en het programma WNL op Zondag is een van de weinige waar hij komt praten. Hij wist wat te verwachten en zat daar uit vrije wil. Hij pakte zijn rol door zelf grenzen aan het gesprek te stellen (met een opmerking als “Mag ik even uitpraten…” weet hij uit ervaring dat hij de sympathie van de kijker kan krijgen). Hier ging het niet om een presentator die hem onwelgevallige opvattingen geen ruimte wilde geven. Hier werd een scherpe gast in een stevig gesprek op duidelijkheid over zijn opinies bevraagd.
Informerend interview
De door klager betwiste gesprekken in WNL op Zondag over de situatie in Oekraïne waren van een andere aard. Hier wilde de presentator dat de gasten – beide uitgenodigd om hun expertise en achtergrondkennis – hun licht zouden laten schijnen op de ontwikkelingen in de strijd in Oekraïne. Het ging hier om het delen van (nieuwe) informatie, de sprekers hoefden geen duidelijkheid over meningen of opvattingen te geven. Zo’n doel vraagt om een andere aanpak dan zoals hierboven beschreven bij de politicus.
Er zal in zo’n informerend interview om verduidelijking gevraagd worden, om de feitelijkheid en de controleerbare bronnen onder de inzichten. Dat gebeurde in deze gesprekken. Maar het had op een enkel moment wel nog uitvoeriger gekund, om de kijker nog meer mee te nemen, en eventueel dieper ingaand op mogelijk aanwezige informatie die een andere context aan de situatie zou kunnen geven. Maar dat moest niet per se: niet alles hoeft of kan altijd in ieder gesprek aan de orde te komen.
Ditmaal was de keuze gemaakt om déze gasten te laten toelichten. In andere uitzendingen koos WNL op Zondag over dit onderwerp andere gasten en invalshoeken, het onderwerp is inmiddels tientallen malen in het programma besproken. Het staat een redactie vrij om zelf een keuze te maken welke onderwerpen wanneer en hoe besproken worden en welke gasten daarvoor uitgenodigd worden.
Een kijker mag het met (de status of kunde van) gasten of de inhoud van gedeelde informatie niet eens zijn. Maar als feiten van meningen worden gescheiden, bronnen gemeld en beschuldigingen onderbouwd, worden journalistieke normen niet geschonden. Hier was sprake van gesprekken op basis van controleerbare bronnen en expertise, afgewisseld met als zodanig herkenbare inzichten en inschattingen van de sprekers.
Persoonlijk interview
Een interview kan ook bedoeld zijn om de kijker of luisteraar een inkijk te geven in de persoonlijkheid of ervaringen van een gast. Die persoonlijke of empathische interviews kom je in het wat zakelijker zondagmorgenprogramma van WNL niet snel tegen, al wil een enkele keer een gast zich ook hier wel eens ‘in de ziel’ laten kijken. Politici doen dat met name in campagnetijd, wellicht in de hoop dat een persoonlijke blik stemmen oplevert.
Voorbeelden van deze interview-aanpak vind je in interviewseries zoals die van Coen Verbraak; dan is het interview geen botte bijl of scherp fileermes, maar eerder een pincet dat splinter voor splinter een zere plek bloot legt. Verbraak gaf zelf al eens uitleg over hoe hij zo’n interview voorbereidt.
Conclusie
De verschillen in interview-aanpak die de klager bij WNL op Zondag constateerde, waren er dus inderdaad. Maar ze zijn geen bewijs voor willekeur, vooringenomenheid of persoonlijke voorkeuren. Ze zijn uitingen van de verscheidenheid in doelen die een redactie met gesprekken kan hebben. Het interview als Zwitsers zakmes, met voor elk doel een stuk gereedschap. De Ombudsman maakte er in het verleden ook al eens een podcast over, met interviewers van heel diverse programma’s.
De stelling van klager dat bevoordeling en willekeur in behandeling van gasten ook in andere afleveringen van WNL op Zondag en zelfs in andere programma’s van deze omroep voorkomen, kon de Ombudsman niet onderbouwen. Daarvoor waren de opmerkingen te vaag en te algemeen. Maar – in overeenstemming met wat hierboven beschreven werd – het is niet gek of verwijtbaar dat ook andere (WNL-)presentatoren bekijken welke interview-aanpak per onderwerp of doel van een gesprek het meest zal opleveren voor de kijker.
Want dat is waar het een programma om te doen moet zijn: voor het publiek zoveel mogelijk feitelijke, bruikbare informatie halen uit een gesprek met een gast. En die informatie overbrengen aan de kijker of luisteraar. Die kan het als ‘consument’ niet eens zijn met de keuze voor een spreker, de inhoud van wat die zegt of met de aanpak van de presentator. Maar een schending van de journalistieke normen is dat niet.