Onderzoek naar betaling PowNed aan No Surrender-kopstuk
Een serie portretten van een (tijdens het productieproces gearresteerd) motorclub-kopstuk. Die daarvoor betaald zou zijn. Kan dat bij de publieke omroep? De ombudsman onderzocht het journalistiek handelen rond PowNeds Captain Henk en scheidde morele verontwaardiging van journalistieke ethiek en handelwijze. De journalistieke code van de publieke omroepen – ook door PowNed onderschreven – zegt : niet betalen aan journalistieke bronnen en getuigen, tenzij met redenen omkleed. De ombudsman beoordeelt de nu door PowNed gegeven uitleg als onvoldoende overtuigend en te laat. Maar een veto over het door publieke omroepen maken van een ongemakkelijke documentaire? Dat nooit, vindt de ombudsman.
Eerst was er de opmerking dat hier een crimineel kritiekloos een podium werd gegeven, ‘onderwereld-pr’ zou het zijn. En de oproep dat dit niet van het geld van een publieke omroep gemaakt mocht worden. Daarna kwam de commotie dat de hoofdpersoon voor zijn medewerking aan deze journalistieke productie betaald zou zijn. De PowNed-portretserie Captain Henk over Henk Kuipers, kopstuk van motorclub No Surrender, zorgde voor meerdere kritische vragen. Diverse politici spraken zich er over uit, ook de minister van Basis- en Voortgezet onderwijs en Media. Interessant, want politici blijven doorgaans zo ver mogelijk weg van de invulling van journalistieke programma’s.
Niets uitsluiten
Laat direct helder zijn: de ombudsman is mordicus tegen het op voorhand uitsluiten van een journalistiek verhaal. En al helemaal door (actieve) politici. Van crimineel (in dit geval nog steeds verdachte, want schuld moet altijd eerst bewezen worden) tot aanstormend politicus of schaakcomputer, met vooraf een interessante invalshoek en tijdens het maken een vakmatig correcte, doorwrochte aanpak, is alles en iedereen voer voor de journalistiek en de documentaire. Laat achteraf vooral de discussie losbarsten of iets een goed, voldoende kritisch of informatief programma was, en neem de makers ongezouten de maat.
Maar laten we ons ervoor hoeden dat we vooraf bepalen dat iets de zender niet mag halen omdat het onderwerp niet kies is of iemand niet uitkomt. De wet maakt een aantal uitzonderingen op de vrijheid van meningsuiting mogelijk, zoals de bedreiging van de openbare veiligheid of de bescherming van iemands goede naam. Die uitzonderingen kunnen door de rechter getoetst worden. Maar een onderwerp moet kunnen leiden tot collectief ongemak, ergernis of discussie over de moraliteit van een geportretteerde. Ziet u het liever anders geregeld? Ga dan stemmen, want pas dán komen de politici om de hoek die voor u de wet kunnen veranderen.
Belastinggeld
Volgende vraag: moet het allemaal van ‘uw’ belastingcenten kunnen? Jazeker. Én van Ster-inkomsten, geld uit nevenactiviteiten als rechtenverkoop en lidmaatschapsgelden overigens, want de publieke omroepen worden uit meerdere bronnen gefinancierd. Maar het zal u als kijker of luisteraar waarschijnlijk een zorg zijn of de koffie op de werkvloer uit de verenigingskas of de belastingruif betaald wordt. U draagt bij aan een pluriforme publieke omroep die idealiter alle Nederlanders in enige vorm bedient, en u betaalt voor het hele beest, niet per programma, zo bepaalt opnieuw de wet. Zou u dat anders willen dan moet u opnieuw uw volksvertegenwoordigers aanspreken.
De publieke omroepen maken met het beschikbare geld programma’s naar identiteit, kwaliteit en creativiteit. Over hoe die worden ingevuld mag en kan gelukkig worden getwist, maar bij journalistieke producties kies je niet op moraliteit maar op journalistieke opportuniteit. Er is, in de dagen dat een motorclub door de rechter verboden wordt, alle journalistieke aanleiding om bij een club achter de schermen te willen kijken. Hoe dat in een specifieke geval uiteindelijk uitpakt – was het kritisch of informatief en journalistiek genoeg – daarover ziet de ombudsman de discussie tussen publiek en makers met graagte woeden. Maar daarover doet ze geen uitspraak als journalistieke principes en codes niet zijn geschonden.
PowNed vindt het in een uitgebreide uitleg aan de ombudsman overigens wel belangrijk aan te geven dat de onkostenvergoeding niet met publiek geld is betaald. “Het geld wordt uit verenigingsgeld betaald. De ledenraad vindt het belangrijk dat dit programma – ondanks het mogelijk controversiële karakter – gemaakt kan worden. Dominique Weesie bevestigt deze afspraak op 15 juni 2017 per mail aan Henk Kuipers: “Er komt geen cent publiek geld aan te pas. Ik heb dat er graag voor over, maar zoals inmiddels wel bekend heb ik een beperkt budget.”
Niet betalen
Het journalistiek-ethische kader is glashelder: er wordt door journalisten werkzaam voor de publieke omroepen geen geld betaald aan bronnen en getuigen. In het uitzonderlijke geval dat het toch gebeurt moet de redactie tekst en uitleg geven over reden en hoogte van de betaling. Dat zegt de Journalistieke Code van de NPO die door alle omroepen (ook PowNed) op 15 september 2016 is vastgesteld en op 1 januari 2017 (met de komst van de ombudsman) in werking is getreden. Moet deze “real life docu”, zoals PowNed Captain Henk in zowel schriftelijke als mondelinge uitleg aan de ombudsman noemde, net zo strak langs de meetlat als een onderzoeksproductie van Zembla? De serie is bij de NPO gepitcht als een “soort docu-soap”, zegt de NPO-netmanager, maar wel met een journalistieke inslag en bijbehorende onafhankelijke aanpak. En dus vindt de ombudsman toch dat de code moet gelden.
Om te weten dat op zijn minst transparantie gevraagd werd over wat de makers een “forfaitaire onkostenvergoeding” voor Kuipers noemen, hoefde PowNed dus niet op discussie in media en politiek óf de (vorige week verschenen) NPO Governance Code 2018 te wachten. Hierin staat een (in vergelijking met de Governance Code van 2017 uitgebreidere) paragraaf met ‘spelregels’ voor betaling van medewerking aan (ook journalistieke) programma’s die gelden vanaf 1 januari 2018. Niet betalen voor medewerking aan (onderzoeks)journalistieke producties (waaronder documentaires) is het adagium, alleen vergoeding voor gemaakte onkosten. En dan nog alleen als er een bon voor is.
Ter verduidelijking: de ombudsman is niet van de NPO – al heeft zij een NPO-website en -mailadres – en niet van de omroepen; de ombudsman kijkt onafhankelijk van NPO, makers of omroepen naar journalistiek handelen en naar klachten vanuit het publiek. De NPO heeft een bestuurlijke en financiële relatie met de omroepen. Dus stelden de ombudsman én de NPO ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid de vraag aan PowNed: kunnen we de bonnetjes zien? PowNed leverde financiële uitleg (budget, afrekening en overgemaakte bedragen). Wat de NPO ermee doet is aan de NPO. De ombudsman vond het interessant maar de journalistiek-ethische vraag werd er niet door beantwoord.
Onkosten
Want los van eventuele bonnetjes zit de crux in de definitie van ‘onkosten’, of ze nu forfaitair (ofwel: volgens een vooraf vastgesteld bedrag) worden genoemd of niet. Een broodje of een taxirit is het probleem niet. En het ‘inkopen’ van bepaalde schaarse maar onontbeerlijke expertise kan (met enige toelichting) ook onder de Journalistieke Code vallen. Terzijde: in de NPO Governance Code 2018 staan de deskundigen slechts vermeld bij de talkshows en niet bij journalistieke producties die soms toch ook deskundigheid inkopen, puntje van aandacht bij een evaluatie lijkt me.
Het wordt voor de ombudsman anders wanneer een soort van ‘vacatiegeld’ wordt betaald, wat nu door de keuze voor betaling van ‘forfaitaire onkosten’ niet duidelijk kan worden gescheiden van een broodje of kilometers. PowNed legde in een gesprek met de ombudsman uit: “We hebben geen honorarium betaald, dat is journalistiek nooit te verantwoorden. Dat hebben we Kuipers tot drie keer toe gezegd. We betaalden vooral reiskosten, overnachtingen. En als we hem een dag claimden om te filmen, hij heeft immers een sportschool en een tattooshop.” Maar als je een “real life docu” over Kuipers wilt maken, dan moet hij toch zo gewoon mogelijk doen, ook zijn werk? Wat is er anders nog ‘real life’ aan? In de toelichting gegeven door PowNed is simpelweg sprake van een vast bedrag “ter compensatie van kosten, planning en organisatie van de opnamen”. De ombudsman snapt heus wel dat het bezoek van een cameraploeg verstorend kan werken en soms kosten kan opleveren. Maar dit schuurt.
Per draaidag werd een vast bedrag betaald – hoog of laag doet er principieel niet toe, dan komen we weer op het terrein van de morele verontwaardiging. De ombudsman oordeelt dat er in dit geval ook in de geleverde stukken geen duidelijk verschil valt te maken met een honorarium. Er wordt betaald voor een mogelijke inspanning (planning en organisatie van de opnamen, al is dat doorgaans de taak van de makers en dus vreemd dat een hoofdpersoon dit op zich neemt) en een aantal uren van Kuipers’ tijd. Dat zijn geen onkosten, noch is er sprake van het verkrijgen van specifieke kennis of expertise. Je zou het gederfde inkomsten kunnen noemen, of (chargerend) ‘entreegeld’ voor toegang tot de wereld van Kuipers en de motorclub. Handig geregeld door Kuipers. Maar daarvoor hoort niet te worden betaald volgens de journalistieke code en leidraad.
Geloofwaardigheid
De Society of Professional Journalists, de oudste organisatie van journalisten in de Verenigde Staten, stelt het zo: het betalen van een journalistieke bron verandert de aard van de relatie tussen journalist en bron direct en fundamenteel. "It calls into question whether they're talking to you because it's the right thing to do or because they're getting money." En dat gaat dan weer rechtstreeks ten koste van de geloofwaardigheid van de verstrekte informatie: de inhoud, het getoonde beeld en de oprechtheid van de gegeven antwoorden.
PowNed stelt in de toelichting aan de ombudsman: “De onkostenvergoeding heeft op geen enkele wijze invloed gehad op de redactionele onafhankelijkheid van PowNed en dus ook niet op de inhoud van het programma. PowNed ziet ook niet hoe haar onafhankelijkheid door deze onkostenvergoeding aangetast zou zijn. Er is geen sprake van het betalen voor (geheime) informatie of dat Kuipers of No Surrender aan PowNed hebben betaald om op televisie te komen.”
De ombudsman wil PowNed in deze best het voordeel van de twijfel geven. Maar het is zelfgecreëerde twijfel, die blijft bestaan ondanks de pas achteraf en mijns inziens onterecht en ondoorzichtig als onkosten gelabelde betaling. Daarmee behoudt de journalistieke geloofwaardigheid haar deuk en de productie een smet. Heel jammer, had een en ander maar tijdig en transparant aangekaart en uitgelegd. Want het is en blijft een opmerkelijke portretserie, die een bijzondere inkijk geeft in een wereld waarover van alles wordt beweerd maar waarvan weinig wordt of kan worden getoond. Zelfs al is het maar van één kant en geeft Kuipers de kijker op cruciale vragen nog steeds geen antwoord. Kan de kijker vertrouwen dat betalen níet bepalen is, dan is een documentaire als deze iedere publieke cent waard.