Is het oorlog of genocide?
In het kort:
- Een kijker valt over de zin “Vandaag is de 100e dag in de oorlog tussen Israël en Hamas” als inleiding op een gesprek in Buitenhof. ‘Oorlog’ heeft een andere definitie, volgens hem. Het woord ‘genocide’ zou hier gebruikt moeten worden.
- Volgens academische theorieën kan voor dit conflict de term ‘oorlog’ gebruikt worden.
- Het gesprek zelf in Buitenhof geeft toelichting waarom ook ‘genocide’ gebruikt kan worden.
De Ombudsman ontving een mail naar aanleiding van de uitzending van Buitenhof op 14 januari. Een kijker was het oneens met de woordkeuze van de redactie van Buitenhof: “Vandaag is de 100e dag in de oorlog tussen Israël en Hamas”. Hij stelde dat het “simpelweg onjuist [is] om het conflict tussen Israël en Hamas als een oorlog te typeren. Hamas is geen volk. Wel een groep. Maar volgens Van Dale omvat de definitie van het woord oorlog geen conflict tussen een volk en een groep.” En ‘genocide’ was mogelijk een betere woordkeus geweest.
De redactie van Buitenhof liet in een reactie weten dat zij haar woorden zorgvuldig kiest en dat daar binnen de redactie uitgebreid over wordt gesproken en nagedacht. Uiteindelijk heeft de redactie ervoor gekozen om het woord ‘oorlog’ te gebruiken in de uitzending omdat: “deze strijd alle kenmerken van een oorlog heeft”. De redactie schreef: “We zien hevige bombardementen, zwaarder dan ooit tevoren in de Gazastrook en we zien raketaanvallen op Israël”. Dit ter onderbouwing welke kenmerken van oorlog de redactie herkent, “ook al zijn het niet twee staten die tegenover elkaar staan”. De redactie schreef ook dat Israël al heel lang in conflict is met de Palestijnen, maar tegelijkertijd geen oorlog voert met de Palestijnen. Wel met Hamas.
Is het oorlog?
De Ombudsman keek wat verder naar de definitie van oorlog dan wat in de Van Dale staat. De argumenten van de redactie van Buitenhof zouden wellicht overeenkomen met een bredere definitie van oorlog. Want in de recente dialoog over internationale veiligheid en in conflictstudies wordt oorlog als een breder en complexer concept gezien dan de Van Dale doet.
De meest simpele definitie in het woordenboek is “strijd tussen twee of meer volkeren”. De grote meerderheid van de oorlogen is echter niet zo simpel. We keken naar academische artikelen om uit te zoeken wat de definitie van oorlog is.
Dat daar discussies over zijn, is te verwachten. Over het algemeen is de meest bekende vorm van oorlog nog wel de ‘conventionele’ of standaard-oorlog zoals die in de Van Dale staat. Maar de afgelopen jaren zijn er meer begrippen bijgekomen die andere vormen van oorlogvoering identificeren. Frank Hoffman is een van de toonaangevende onderzoekers op dit vlak. Hij schrijft: “Het conflictspectrum omvat een scala aan activiteiten […] wanneer er wordt geprobeerd een bepaald conflict te karakteriseren op basis van deelnemers, methoden, inspanningsniveau, type machten, niveaus van organisatie etc.” Een behoorlijk abstracte beschrijving. Maar die geeft al wel aan dat bij het definiëren van oorlog méér een rol speelt dan of het om een strijd tussen volken (of staten) gaat.
Zo worden zogenoemde ‘irreguliere’ conflicten steeds meer als oorlog gecategoriseerd. Hierbij zijn vaak groepen betrokken die niet namens een staatshoofd strijd voeren (ofwel: niet-statelijke actoren). Een kenmerk van die irreguliere oorlogvoering is het gebruik van “ongelijke methoden om directe strijd met de staat of de overheid te voorkomen”. De strijdende partijen gebruiken middelen als hinderlagen, opstanden, terrorisme, invallen en kleine aanvallen. Een ouder voorbeeld hiervan is de oorlog in Algerije. Die bestond uit aanvallen in steden en bomaanslagen, met het doel om de politieke macht te ondermijnen. Op dit moment kan je denken aan de strijd in Soedan, die ook zonder voorbehoud ‘oorlog’ genoemd wordt.
De inval door Rusland in Oekraïne in 2022 zou je dan weer een conventionele oorlog noemen. Maar neem je de Russische annexatie van de Krim in 2014 en de pro-Russische opstanden van Oekraïners in het oosten van het land als een onderdeel van dit conflict, dan zitten we bij de Van Dale wel in de grijze zone, maar bij onderzoekers als Hoffmann veel minder. Een internationale denktank stelde dat zogenoemde ‘hybride’ en ‘non-lineaire’ conflicten de klassieke tegenstelling oorlog – vrede als het ware ‘uitgumt’.
Het is oorlog
Er is dus onderbouwing om ook aan andere conflictvormen dan die tussen volken of staten de naam ‘oorlog’ te hechten. Nu schrijft de Ombudsman niet voor welke bewoordingen een redactie hoort te kiezen. In de Code Journalistiek Handelen staat geen lijst met ‘toegestane’ termen. En in de Mediawet en in artikel 7 van de Grondwet is redactionele autonomie vastgelegd. Een onderdeel daarvan is dat redacties hun eigen afwegingen maken en “zelf verantwoordelijk zijn voor de vorm en inhoud van hun programma’s”. Maar we raden redacties wel altijd aan om argumentatie voor de keuzes in een programma zo uitgebreid mogelijk te delen. En dus bijvoorbeeld transparant te zijn over waarom er voor een bepaalde term gekozen wordt, zeker als die term omstreden is.
In reactie op de mail van de kijker schreef de redactie: “Als redactie van Buitenhof kiezen we onze woorden zorgvuldig. Daarover wordt binnen de redactie uitgebreid gesproken en nagedacht. We houden daarbij ook andere media nauwlettend in de gaten”.
Veel internationale media kiezen inderdaad voor de term ‘oorlog’. Maar dat op zich is geen reden om het ook te doen en daarop zal Buitenhof ook niet klakkeloos keuzes baseren. Het had hier kunnen helpen als de redactie in enige mate inzicht had gegeven in waarom voor de term ‘oorlog’ werd gekozen. Dat is overigens niet eenvoudig als het om een korte inleidende zin bij een gesprek gaat, zoals hier. Maar in het uiterste geval kan een programma daar haar website voor gebruiken.
Concluderend kunnen we hier stellen dat er onderbouwing is om ook in dit geval van ‘oorlog’ te spreken.
Of is het genocide?
De ergernis van de kijker leek echter niet zozeer te zitten in het volgens hem misplaatste gebruik van de term ‘oorlog’. Die zat eerder in het niet maken van de keuze voor de term ‘genocide’. Hij nam daarin naar zijn ervaring als beroepsmilitair mee: “[H]et maken van meer dan 30.000 burgerdoden en ontelbare slachtoffers duidt op een verre van professioneel militair optreden.” En hij schreef: “Alhoewel er nog jaren overheen zullen gaan, staat het voor mij vast dat het optreden van Israël in de Gaza-strook juridisch betiteld zal gaan worden als genocide."
Kijken we dan nog eens verder naar het gesprek zelf. Want hoewel de presentator de aflevering opende met “Het is dag 100 van de oorlog tussen Israël en Hamas” bevatte het gesprek bij nadere analyse juist zo’n juridische verkenning van de definitie van het conflict en de benamingen ervoor.
Voor deze uitzending van Buitenhof had de redactie onder meer Geert-Jan Knoops, advocaat bij het Internationaal Strafhof, uitgenodigd. En Liesbeth Zegveld, advocaat en hoogleraar oorlogsherstelrecht. Presentator Schoon ging met hen in gesprek en gaf de gasten veel ruimte om te praten over de vraag of dit genocide is volgens het Internationaal Strafhof. Ze vroeg expliciet aan de gasten om uit te leggen waarom het woord ‘genocide’ gebruikt wordt in relatie tot de rechtszaak.
Liesbeth Zegveld reageerde: “Wat het genocide maakt, is de bedoeling om ze uit te roeien, je moet een wil hebben om het hele of een deel van het Palestijnse volk vernietigd wordt. En die bedoeling moet je koppelen aan handelingen: zoveel doden, 85% displaced en 60% van de woningen kapot. Ik zeg dat het wel richting genocide gaat”. Deze gast beargumenteerde waarom de term ‘genocide’ gebruikt zou kunnen worden om dit conflict te omschrijven.
Buitenhof koos ervoor om een gast met expertise dit te laten doen. Een kijker kan dan zelf zijn standpunt bepalen. De presentator gebruikte in de inleiding weliswaar het woord ‘oorlog’, in het daaropvolgende gesprek was ruimte voor reflectie daarop, en uitleg over het kiezen van andere terminologie.
Conclusie
De kijker vroeg de Ombudsman om Buitenhof op te dragen te rectificeren. Dat kan de Ombudsman niet, rectificaties kunnen alleen worden opgelegd door een rechter. Maar rectificeren is in dit geval ook niet nodig. Allereerst wordt de term ‘oorlog’ naar academische maatstaven hier niet onterecht gebruikt.
Kijken we alleen naar de openingszin van de presentator, dan zou je op zich kunnen pleiten voor enige onderbouwing van het gebruik van de term ‘oorlog’. Maar wie het gesprek erna ook meeweegt – en dat is logisch want een inleiding staat niet op zich – krijgt van een van de gasten heldere toelichting op waarom hier mogelijk volgens het Strafhof ook gebruik van de term ‘genocide’ te verdedigen is. De redactie liet die toelichting nadrukkelijk aan de gasten aan tafel, en de keuze wat ervan te vinden aan de kijker.
Verder onderzoek van de Ombudsman
De Ombudsman deed overigens eerder onderzoek naar woordkeus sinds 7 oktober 2023. Meer over woordgebruik en de keuzes van diverse media zijn te vinden in het Dossier Israël-Gaza Deel 2: Een woordpuzzel. Voor wie meer wil lezen over hoe (inter)nationale redacties hiermee omgaan.