Functie onbekend…
De Ombudsman krijgt de oproep zich te mengen in de samenstelling en programmering van verkiezingsdebatten. Maar die vraag hoort niet bij een ombudsman.
Stelde internationaal onderzoek onlangs nog dat verkiezingsdebatten maar weinig effect hebben op stemgedrag, toch vindt het publiek er in Nederland van alles van en zijn ze per definitie voer voor ophef. Op dit moment, vroeg in de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen van half maart zorgt alleen al de aankondiging van een specifiek debat voor veel vragen en klachten bij de Ombudsman.
Op 12 maart zullen onder leiding van Jeroen Pauw twee landelijke kopstukken van de VVD in debat gaan met de fractievoorzitters uit de Tweede Kamer van Groen Links en PvdA. De link met Provinciale Staten is wel te leggen, langs de omweg van de getrapte verkiezingen voor de Eerste Kamer. Maar is dit nu een logische invulling voor een debat in deze campagne, en een die bij de publieke omroepen kán, vroegen mailers de Ombudsman. Anderen eisten andere (of meer) sprekers, geen plaats in het uitzendschema of het stoppen van een debat met zo weinig partijen. Tweede Kamerlid Omtzigt stuurde de Ombudsman een brief met onder meer de vraag hoe de Ombudsman ervoor zou gaan zorgen dat alle kandidaten en partijen voldoende evenwichtig aan bod komen bij de publieke omroepen. Moeten er regels voor campagneverslaggeving komen, vroeg hij ook.
Verkeerde adres
Het zijn vragen aan het verkeerde adres, die om te beginnen aangeven dat niet voldoende helder is wat een nieuwsombudsman doet. Want voor de Ombudsman is dit niet het moment, noch heeft zij mandaat of mogelijkheid om te bewerkstelligen wat mailers en briefschrijver vragen.
Allereerst staat het redacties vrij om zelf te bepalen welke gasten ze uitnodigen voor een uitzending, ook voor een politiek debat. Dat is gewaarborgd via de zogenoemde redactionele autonomie. Bij diverse kwesties heeft een rechter die vrijheid bevestigd van redacties om keuzes in bronnen en sprekers te maken. Bemoeienis daarmee raakt aan de persvrijheid en dat doe je niet lichthartig.
Verder is een ombudsman er voor inhoudelijke analyse en onderzoek van journalistieke producties. Programmering van programma’s – bij wie, wanneer, hoe laat of op welk kanaal – valt daar niet onder. Dat is aan de NPO in samenspraak met de omroepen.
Tot slot vindt onderzoek van een ombudsman altijd achteraf plaats, na publicatie of uitzending. Vóóraf een programma of publicatie weren of wijzigen kan in Nederland alleen – opnieuw – de rechter. Al het andere zou censuur betekenen. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat de klagers dát zouden willen. Briefschrijver Omtzigt hield zich sowieso verre van een oproep tot verbod.
Onderzoek campagneberichtgeving
Er is dus nog zendingswerk voor de Ombudsman, om te zorgen dat duidelijk is wat wel en niet binnen de rol en de taak valt. Ook in de Tweede Kamer, zo blijkt. Maar wat doet Team Ombudsman dan wel in campagnetijd om na afloop te kunnen analyseren hoe over de verkiezingen, de partijen en de politici bericht werd? Om niet op buikgevoel, maar met onderbouwing eventueel te wijzen op gaten in de berichtgeving? En om te kunnen agenderen wat, indien nodig, verandering in verkiezingsberichtgeving zou kunnen inhouden of opleveren?
Vooropgesteld zij dat het bij alle programmering de opdracht van de Mediawet aan de publieke omroepen gezamenlijk is om de breedte aan (politieke en maatschappelijke) stromingen en opvattingen in Nederland te belichten. Dat betekent dus niet dat íeder programma altijd álle standpunten of partijen de ruimte móet geven. Alleen NOS en NTR hebben de taak voor iedereen nieuws en informatie te brengen. Die verzorgen dan ook debatten (op radio en tv) waar in de breedte aandacht voor partijen (én ter zake doende politici) gemaakt wordt. Omroepen met leden (zoals bijvoorbeeld AVROTROS, WNL, omroep ON of BNNVARA) mogen in hun uitnodigingsbeleid keuzes maken op grond van hun missie of opvattingen, en zullen dat doen. Pluriformiteit van standpunten is verplicht binnen het bestel als geheel, niet per afzonderlijke omroep of programma.
Tegen die achtergrond zal het team van de Ombudsman onderzoek doen naar de verkiezingsverslaggeving in de komende weken tijdens de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen. Wij bekijken en beluisteren daartoe een tiental toonaangevende journalistieke programma’s van de diverse publieke omroepen én de debatten op diverse platforms. Wij zullen onderzoeken welke sprekers aan bod komen, wat de thematiek is, hoe programma’s focussen op interviews, reportages of andere manieren waarop politieke informatie wordt overgebracht op het publiek. Dit om te kunnen analyseren of en hoe standpunten, partijen en thema’s aandacht krijgen, en of de externe pluriformiteit vorm krijgt zoals de Mediawet dat vraagt. Wie straks meer wil weten, houdt deze website in de gaten. Wij hopen het onderzoek binnen enkele weken na de verkiezingen te kunnen publiceren.
Zo kan ook context worden aangeboden bij de vraag van Kamerlid Omtzigt of er wellicht voorschriften voor campagneberichtgeving bij de publieke omroepen zouden moeten komen. De Ombudsman heeft daar niet uit de losse pols een mening over, mogelijk straks wel bruikbare onderbouwing voor het vormen van een afgewogen standpunt.
De mails van klagers én de brief van het Kamerlid zullen door de Ombudsman bezorgd worden op de bureaus van degenen die wel over programmering en/of gastenkeuze gaan. De functie van postbode neemt de Ombudsman er deze keer dan even bij.