Weinig ruimte voor studiogast
In het kort:
- Een studiogast voelde zich ‘gebruikt’ in een uitzending van Ongehoord Nieuws. Hij verzocht om een onderzoek naar de aanpak van het studiogesprek. En vroeg om een los fragment daaruit van YouTube te laten verwijderen.
- De Ombudsman kan een journalistieke productie niet (laten) verwijderen.
- Het is niet onafhankelijk na te gaan of de gast met voldoende open vizier door de redactie is uitgenodigd.
- De gast kreeg aantoonbaar te weinig ruimte voor de expertrol waarvoor het programma hem (ook naar eigen zeggen) had uitgenodigd.
De Ombudsman ontving een mail van een studiogast uit de uitzending van Ongehoord Nieuws van 20 februari. Habtom Yohannes voelde zich gebruikt. Hij dacht als expert de ongeregeldheden tussen groepen Eritreeërs toe te lichten, een week eerder in Den Haag. Maar het onderwerp kreeg in de studio een geheel andere invalshoek: die van asielzoekers die ‘gewoon’ op vakantie gaan naar het land dat ze ontvluchtten. Een fragment uit de uitzending, met Yohannes erin, werd vervolgens op YouTube gezet als een soort “wervingsspot”, schreef hij. Dat zou niet moeten mogen, en dus vroeg hij de Ombudsman het fragment te laten verwijderen. En om een oordeel over de aanpak van het studiogesprek.
Relevante context
De Ombudsman moest Yohannes bij één vraag van tevoren teleurstellen. Wij kunnen niet zorgen dat fragmenten uit de uitzending niet meer door de betrokken omroep gebruikt kunnen worden. Of dat nu in “een wervingsspot” is of niet. En (opdracht geven tot) het verwijderen van items is niet aan de Ombudsman. Wij schreven er al eens een column over.
Wel weten journalistieke redacties dat voor een journalistieke productie gemaakt beeldmateriaal niet uit de context getrokken dient te worden. En dat moet men dus niet doen. De Code Journalistiek Handelen zegt duidelijk: “Beeld- en/of audiomateriaal (waaronder ook citaten uit interviews) wordt in producties alleen in een relevante context gebruikt. Dat betekent dat beeld- en audiomateriaal niet (tenzij met reden en toegelicht) volledig buiten de oorspronkelijke en relevante context gebruikt mag worden.”
Een wervingsspotje is geen ‘relevante context’. Maar dit specifieke fragment op YouTube is geen klassiek wervingsspotje, het is een losgeknipt fragment uit de uitzending. En aan het eind wordt de oproep gedaan om je te abonneren op het YouTubekanaal van de omroep. Dat voelt misschien als een wervingsspot, maar het is inmiddels een gangbare manier waarop omroepen (meestal opvallende) passages uit uitzendingen online nog eens extra aandacht geven.
De Ombudsman is geen voorstander van dit losknippen van fragmenten uit radio- en tv-uitzendingen. Je verliest gemakkelijk relevante context uit de oorspronkelijke uitzending en informatie kan een andere lading krijgen. Net zoals dat kan gebeuren bij het online plaatsen van artikelen uit een papieren krant: stond een artikel op de opiniepagina en is nu dan nog genoeg duidelijk dat we met een opiniestuk te maken hebben? Losknippen kan allerlei consequenties hebben en je moet er dus zorgvuldig mee omgaan. Maar het is niet expliciet tegen de journalistiek-ethische afspraken omdat de Code Journalistiek Handelen er simpelweg niets over zegt. De omroepdirecteur van ON! liet de gast al weten: “Het is onze journalistieke vrijheid om dit zo te knippen en te posten" en formeel is dat juist.
De Ombudsman wijst wel met nadruk op de hierboven aangehaalde passage uit de Code Journalistiek Handelen. Want als fragmenten die online of op sociale media geplaatst worden door het ‘losknippen’ een geheel andere lezing krijgen dan in de oorspronkelijke productie, gaat er wel degelijk iets mis.
Hier werd door het losknippen echter geen andere lezing mogelijk gemaakt. Want ook in de uitzending werd hoofdzakelijk de invalshoek gebruikt van de asielzoeker die vrolijk op vakantie gaat naar het land dat hij of zij ontvluchtte. Daarvan was het fragment op YouTube inhoudelijk niet afwijkend. Hoe stigmatiserend, schadelijk of onjuist de gekozen invalshoek eventueel ook zou zijn.
Yohannes was het overigens niet met de Ombudsman eens. Hij vond dat er door het losknippen wel degelijk een andere lezing mogelijk werd. In het fragment is hij namelijk alleen te zien en niet te horen, wat hij in de echte uitzending wel is. “Ik ben monddood gemaakt” schreef hij ons over het fragment op YouTube.
Open vizier
Yohannes vond ook dat in het voorgesprek voor het programma aan hem niet duidelijk was gemaakt wie er in de uitzending zou zitten, welke rol gasten zouden hebben en dat een specifiek videofragment getoond zou worden (waarover later meer). Anders was hij niet gekomen.
De journalistieke code zegt dat journalisten “duidelijk [zijn] over hun bedoelingen en de aard van de publicatie. Zo is de gesprekspartner voldoende geïnformeerd om te beslissen of hij/zij mee wil werken aan de publicatie.” Dit geldt voor bronnen of mensen die op straat worden aangesproken, maar dient ook te gelden voor gasten in de studio. Hierbij maakt het niet uit of het een nieuws-, actualiteiten- of opinieprogramma betreft. Een voorgesprek zou een potentiële gast voldoende informatie moeten geven voor een afgewogen keuze om mee te werken. In hoeverre de redactie dit (on)voldoende gedaan heeft, is voor ons achteraf lastig vast te stellen: wij waren er niet bij. Yohannes vond in elk geval van niet.
Het staat een redactie vrij om een invalshoek bij een onderwerp te bepalen en om eventueel aanvullend materiaal te gebruiken, als dat beeld dus maar binnen de oorspronkelijke context gebruikt wordt. Maar niet alle vragen hoeven exact in een voorgesprek te worden uitgespeld, een interview mag ook verrassingselementen bevatten. Het is wel misleidend als iemand wordt uitgenodigd om over onderwerp a. te spreken, en hij of zij mag vervolgens alleen over b. aan het woord komen.
Yohannes wist dat de aanleiding voor het gesprek de ongeregeldheden tussen Eritreeërs in Den Haag zouden zijn. En hij gaf aan ook geweten te hebben dat hij niet in een rozentuin terecht zou komen. “Velen hadden mij geadviseerd om niet naar het ON te gaan. Maar ik geloof in het vrije woord, zolang ik de ruimte krijg om de degens te kruisen met wie dan ook. Ik ben gegaan.” Hij schreef ons verder: “Zoals u in de uitzending kunt zien, heb ik niet de ruimte gekregen.” Op dat laatste komen we hieronder terug.
Hier moet gezegd dat wij niet onafhankelijk kunnen aantonen dat Yohannes iets is voorgespiegeld om zijn deelname te verzekeren. Wel zou het een redactie zorgen moeten baren als een gast de studio verlaat met het gevoel voor een ander doel dan het afgesprokene ‘gebruikt’ te zijn. En daarover vervolgens contact met de redactie zoekt, zoals deze gast deed. Er zijn geen regels voor, maar een goed gesprek is dan toch het minste dat je als journalist doet? Je zorg voor je bronnen en gasten moet niet ophouden als de studiodeur na afloop dichtgaat.
Yohannes belde met een redacteur en dacht begrip voor zijn bezwaren te merken, maar daar kwam geen vervolg op. Daarna zag hij in het YouTube-fragment van de uitzending een ‘wervingsspotje’. “Ik vind dat Arnold [Karskens, de omroepdirecteur- MS] de ingewikkelde kwestie van Eritrese vluchtelingen voor zijn eigen gewin misbruikt,” schreef Yohannes ons hierover. Het telde allemaal op tot zijn gevoel gebruikt te zijn. Wij kunnen echter achteraf niet sluitend reconstrueren of hij met voldoende open vizier benaderd is.
Inhoudelijke analyse studiogesprek
Het onderwerp waarvoor de gast was uitgenodigd, waren de ongeregeldheden in Den Haag rond een bijeenkomst van Eritreeërs. Maar Yohannes vond dat hij te weinig ruimte in de uitzending kreeg voor de expertblik op de zaak waarvoor hij was uitgenodigd. De omroepdirecteur zou daarop hebben gezegd dat de gast “voldoende de ruimte gekregen [heeft] om zijn verhaal te doen in de uitzending.”
Nu is er geen exacte maat wat ‘voldoende ruimte’ is. Wel kunnen wij analyseren wat er daadwerkelijk in de uitzending plaatsvindt, om na te gaan hoe de informatieve taak van de journalistiek hier wordt ingevuld.
Het onderwerp wordt door de presentator ingeleid met de tekst: “De rellen tussen Eritreeërs zetten het migratiedebat verder op scherp. Moeten we ons voorbereiden op meer geweldsuitbarstingen in heel Nederland?” Dan volgt een filmpje waarin kort wordt teruggekeken op de rellen en dat eindigt met de tekst: “In ons land wonen zo'n 27.000 Eritreeërs. Naar verluid worden vele van hen al jaren afgeperst door het regime in Eritrea. Vraag is hoeveel conflicten dat nog gaat opleveren en hoeveel schade Nederland daardoor nog gaat incasseren.” Aansluitend stelt Omroep ON!-directeur en columnist Karskens in de studio dat Nederland conflicten uit andere landen importeert en de ‘toegangsdeur’ voor migranten moet sluiten.
Binnen deze invalshoek komt Yohannes op diverse momenten in het studiogesprek aan het woord. Hij veroordeelt de rellen en wil uitleggen dat er een inhoudelijke discussie gevoerd moet worden over wie in Nederland kan demonstreren. Dat is een wezenlijk andere insteek dan waarmee de andere gasten in de studio het gesprek voeren. Hij kan zijn uitleg over de spanning tussen de bevolkingsgroepen maar deels afmaken.
Hij laat dat duidelijk merken. Als hij onderbroken wordt met de opmerking dat het inderdaad om die spanning tussen groepen Eritreeërs gaat zegt hij: “Dat probeer ik dus uit te leggen.” De presentator geeft aan: “We gaan zo nog eens nader praten als het gaat om de achterliggende conflicten die we zien bij deze groep.” Maar dat gebeurt dan niet. Wat dat betreft wordt er weinig tot geen gebruik gemaakt van het specialisme van de gast, iets waarmee hij wel wordt aangekondigd: “Je bent specialist als het gaat om dit conflict, als het gaat om de Eritrese gemeenschap.”
Reportage
Verderop in de uitzending spitst het gesprek zich toe op de bewering van Karskens dat Eritreeërs met asielstatus ‘gewoon’ op vakantie naar hun land kunnen en dat ook in groten getale doen. Beweringen en beschuldigingen moeten van de journalistieke code onderbouwd worden. Daarvoor wordt een fragment gebruikt uit een door Karskens zelf in 2016 gemaakte reportage.
De toenmalige Eritrese minister van Informatie stelde daarin destijds dat jaarlijks zo’n 40.000 in het buitenland wonende Eritreeërs terug naar het land komen om op vakantie te gaan. Daaronder zitten mensen met een asielstatus, die dus eerder het land ontvlucht zijn. “Hij zegt het zelf, en hij heeft helemaal geen reden om te liegen,” zegt Karskens erover in het studiogesprek. De opmerking uit 2016 wordt dan één-op-één vertaald naar 2024. Er wordt gesproken van “200.000 mensen” en “die paar honderdduizend mensen die zogenaamd vluchten en dan weer teruggaan op vakantie”.
Yohannes zegt daarop dat de getoonde reportage in 2016 al een onterecht eenzijdig beeld van de situatie gaf. “Dit is eigenlijk een publieke omroep misbruiken, om een soort haat tegen... Jawel. Dit ken ik van je bezoek naar Eritrea, en toen heb ik je ook daarop aangesproken. Omdat je je heel makkelijk voor het karretje laat spannen van het regime.”
De Ombudsman kan de feitelijkheid van de reportage uit 2016 niet meer onderzoeken. Volgens de procedure moet een onderzoek gestart worden binnen zes maanden na de eerste uitzending. Maar in een snel veranderende wereld zal een journalist niet zomaar kunnen (en toch ook niet wíllen?) aannemen dat stellingen van acht jaar geleden de huidige situatie nog steeds voldoende feitelijk beschrijven. Dat moet je checken, en als presentator er nader naar vragen. Nog beter zou je onderbouwing van recentere datum moeten gebruiken.
De doorrekening van de 40.000 mensen van 2016 naar 200.000 of een paar honderdduizend in 2024 moet zeker onderbouwd of ten minste bevraagd worden. Beweringen uit het verleden kunnen niet zonder recente onderbouwing naar het heden worden vertaald. Dat gebeurt hier wel.
Yohannes wijst wél op de huidige situatie in het land met informatie van een onafhankelijke bron als de VN-mensenrechtenorganisatie. In dit korte deel van het gesprek zegt hij: “Wacht even, laat mij ook even uitpraten”, “Laat mij het even afmaken” en “Laat ik het even afmaken.” De presentator zegt: “Daarom hebben we jou ook uitgenodigd, om zeker deze kant van het verhaal hier vandaag absoluut in te leggen” en “we geven iedereen een uitgebreide kans.” Maar ook: “Nee, we gaan eerst even naar Arnold, reageer.” En op uw vraag “Mag ik?” volgt “Nee, zo meteen.” Dat moment komt niet. Ook in dit deel van het gesprek krijgt de gast weinig mogelijkheid om feitelijke en controleerbare informatie te delen.
Wanneer is weinig té weinig?
De uitzending koppelde hevige ongeregeldheden in Den Haag aan een – inderdaad bestaand, behoorlijk complex – fenomeen als asielzoekers die na verloop van tijd terug kunnen of willen reizen naar hun land van herkomst. Daarbij werd de invalshoek gekozen van het beter sluiten van grenzen en van vakantievierende ex-asielzoekers. Op zich mag een programma zelf voor een invalshoek kiezen, ook als die kwetsend of stigmatiserend is. Je kunt je wel afvragen of en waarom je dat zou willen. En deze redactionele autonomie ontslaat een redactie niet van de taak feitelijk, onderbouwd, controleerbaar en fair te berichten.
Ongehoord Nieuws wilde erover naar eigen zeggen “uitgebreid” en met aandacht voor “beide kanten van de bol” discussiëren. Die kanten aan de invalshoek werden in de studio wel elk door een spreker vertegenwoordigd, maar die kregen aantoonbaar in verschillende mate de ruimte.
De omroepdirecteur met wie Yohannes wenste “de degens te kruisen” stelde in reactie dat “voldoende” de ruimte was gegeven aan het verhaal van de expertgast. Maar voor diens expertise was aantoonbaar beperkt de tijd. Diens feitelijke informatie over de huidige situatie in het land werd omsloten door acht jaar oud beeldmateriaal en daarop gebaseerde beweringen over een huidig aantal ‘vakantievierders’. Die omrekening van aantallen uit 2016 naar 2024 werd niet onderbouwd of bevraagd. Dat had wel gemoeten. Yohannes werd in dit deel van de uitzending vijfmaal kort op elkaar onderbroken en kon zijn verhaal niet afmaken.
De verliezer was uiteindelijk de kijker, want die zou, naast de meningen en (gedateerde onderbouwing van) beweringen, ook feitelijk en controleerbaar geïnformeerd moeten worden. De kijker werd helaas tekortgedaan. En de gast die meende relevante informatie te kunnen leveren, voelde zich na afloop gebruikt. Volgens de tv-recensent van een landelijke krant weerde Yohannes zich “bewonderenswaardig” in het gesprek. Maar dat is niet waarvoor je iemand naar een journalistiek programma haalt.
De journalistiek heeft als belangrijkste taak het feitelijk, controleerbaar en fair informeren van het publiek. Zodat het publiek voldoende informatie krijgt om een onderwerp zo volledig mogelijk te begrijpen. En er zich een eigen mening over kan vormen. “Dan nodig je mensen uit die aanwezig waren bij de gebeurtenis of mensen die verstand van zaken hebben”, schreef Yohannes. De weinige ruimte díe hij voor zijn verhaal kreeg, greep hij met beide handen. Maar de uitzending liet zien dat Yohannes voor daadwerkelijke invulling van zijn journalistieke rol als expert – zoals hij werd aangekondigd én was uitgenodigd – toch echt te weinig ruimte kreeg.